Vragen van de leden Leijten, Van Kent en Alkaya (allen SP) aan de Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen en de Staatssecretaris van Financiën over de compensatie voor de gestegen energie- en brandstofprijzen (ingezonden 7 april 2022).

Vraag 1

Klopt het dat bij de bepaling of men minder dan 120% van het sociaal minimum verdient, ook de verhoging van het kindgebonden budget voor alleenstaanden als inkomen wordt meegeteld, maar het kindgebonden budget zelf niet? Kunt u uw antwoord toelichten?

Vraag 2

Bent u met ons eens dat hierdoor een grote groep alleenstaande ouders, zelfs bijstandsgerechtigden die dus wél een laag inkomen hebben, niet profiteert van de verhoging van de energietoeslag?

Vraag 3

Hoeveel mensen vallen hierdoor volgens u buiten de boot?

Vraag 4

Erkent u dat dit een hardheid is in de wetgeving? Zo nee, waarom niet? Zo ja, moet deze hardheid dan niet heel snel worden weggewerkt?

Vraag 5

Welke andere tegemoetkomingen worden opgeteld bij het inkomen?

Vraag 6

Bent u van mening dat het begrip inkomen niet (meer) erg duidelijk is en dat mensen daardoor moeilijk kunnen beoordelen wat nu precies hun inkomen is? Kunt u uw antwoord toelichten?

Vraag 7

Gaan alle gemeenten op dezelfde manier om met het begrip inkomen? Hoe wordt hierop toegezien?

Vraag 8

Bent u met ons van mening dat als Nederland het minimumloon en de daaraan gekoppelde uitkeringen als bijstand en Algemene Ouderdomswet (AOW) al eerder fors had verhoogd, er nu veel minder noodzaak zou zijn om te compenseren voor hoge energie- en brandstofprijzen?

Naar boven