Vragen van de leden Kwint (SP) en Maatoug (GroenLinks) aan de Minister van Sociale
Zaken en Werkgelegenheid over het bericht dat investeerders hun greep op de kinderopvang
vergroten (ingezonden 1 april 2022).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Investeerders vergroten hun greep op de kinderopvang»?1
Vraag 2
Acht u het wenselijk dat een steeds groter deel van de kinderopvang in handen is van
investeerders? Kunt u uw antwoord toelichten?
Vraag 3
Bent u het eens dat dit de kwaliteit van de kinderopvang niet ten goede komt, aangezien
het verdienen van geld boven kwaliteit komt te staan? Kunt u uw antwoord toelichten?
Vraag 4
Wat vindt u ervan dat deze investeerders zich met name richten op de winstgevende
vestigingen in de betere wijken en verlieslatende vestigingen afstoten die juist vaak
in achterstandswijken staan? Wat doet dit met de kansengelijkheid van jonge kinderen?
Vraag 5
Hoeveel procent van de kinderopvangsector wordt gefinancierd door private equity?
Vraag 6
Hoe verloopt het besluitvormingsproces en de overdracht als een onderneming wordt
opgekocht? Hoe is de medezeggenschap geregeld en hoe zit het met invloed van ouders
en andere samenwerkingspartners als schoolbesturen en zorg? Zijn zij betrokken bij
overnames en hebben zij inspraak?
Vraag 7
Bent u bereid om permanent te onderzoeken of ouders en andere samenwerkingspartijen
daadwerkelijk invloed kunnen uitoefenen bij overnames door investeerders? Zo ja, op
welke wijze? Zo nee, waarom niet?
Vraag 8
Hoeveel geld is er inmiddels onttrokken uit de kinderopvangsector door investeringsmaatschappijen?
Indien u dit niet weet, bent u bereid hier onderzoek naar te doen?
Vraag 9
Wordt er in de kinderopvang via vastgoedinvesteringen winst onttrokken? Zo ja, om
hoeveel geld gaat het? Indien u het antwoord niet weet, bent u tevens bereid dit te
onderzoeken?
Vraag 10
Wat gaat u doen om de opkoop van kleinere kinderopvangorganisaties door grote investeerders
in aanloop naar 2025 – wanneer de kinderopvang grotendeels gesubsidieerd gaat worden
door de overheid – te stoppen, gezien de risico’s die dit met zich meebrengt en gezien
het geld dat door deze eigendomsvormen verdwijnt uit de kinderopvang?
Vraag 11
Hoe gaat u voorkomen dat in 2025, als kinderopvang vrijwel gratis wordt, investeerders
zich richten op de hogere inkomens? Welke mogelijkheden overweegt u om deze dreigende
tweedeling te voorkomen? En overweegt u een vast tarief voor de kinderopvang om een
prijsopdrijvend effect te voorkomen?
Vraag 12
Bent u zich ervan bewust dat ook nu al belastinggeld in de vorm van de kinderopvangtoeslag
verdwijnt in de zakken van investeerders, maar dit met het bijna gratis maken van
de kinderopvang om miljarden zal gaan? Acht u dit een wenselijke bestemming voor belastinggeld?
Kunt u uw antwoorden toelichten?
Vraag 13
Hoe gaat u voorkomen dat op een indirecte manier winst onttrokken wordt bij aandelenverkoop
van een kinderopvangorganisatie in het licht van de directe subsidie van kinderopvang
voor 95 procent in 2025?
Vraag 14
Hoe gaat u voorkomen dat op andere manieren geld dat voor 95 procent uit overheidsgeld
bestaat, wordt onttrokken aan de organisatie?
Vraag 15
Wat kunnen we leren van het buitenland over een verbod op winstuitkeringen in de kinderopvang?
In welke landen is hier sprake van en hoe is dat geregeld?
Vraag 16
Bent u bereid stappen te ondernemen tegen winstuitkeringen in de kinderopvang alvorens
de kinderopvangtoeslag wordt geschrapt en de overheid 95 procent van de kinderopvang
gaat subsidiëren? Zo ja, op welke wijze? Zo nee, waarom niet?
Vraag 17
Bent u bereid deze vragen apart te beantwoorden en niet te clusteren en de beantwoording
met de Kamer te delen voor het commissiedebat Kinderopvang op 21 april aanstaande?
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Palland (CDA),
ingezonden 29 maart 2022 (vraagnummer 2022Z05946).
X Noot
1FD, 21 maart 2022, «Investeerders vergroten hun greep op de kinderopvang» (Investeerders
vergroten hun greep op de kinderopvang (fd.nl))