Vragen van de leden Kwint (SP) en Maatoug (GroenLinks) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het bericht dat investeerders hun greep op de kinderopvang vergroten (ingezonden 1 april 2022).

Nader antwoord van Minister Van Gennip (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 11 april 2023).

Vraag 1

Bent u bekend met het artikel «Investeerders vergroten hun greep op de kinderopvang»?1

Vraag 2

Acht u het wenselijk dat een steeds groter deel van de kinderopvang in handen is van investeerders? Kunt u uw antwoord toelichten?

Vraag 3

Bent u het eens dat dit de kwaliteit van de kinderopvang niet ten goede komt, aangezien het verdienen van geld boven kwaliteit komt te staan? Kunt u uw antwoord toelichten?

Vraag 4

Wat vindt u ervan dat deze investeerders zich met name richten op de winstgevende vestigingen in de betere wijken en verlieslatende vestigingen afstoten die juist vaak in achterstandswijken staan? Wat doet dit met de kansengelijkheid van jonge kinderen?

Vraag 5

Hoeveel procent van de kinderopvangsector wordt gefinancierd door private equity?

Vraag 6

Hoe verloopt het besluitvormingsproces en de overdracht als een onderneming wordt opgekocht? Hoe is de medezeggenschap geregeld en hoe zit het met invloed van ouders en andere samenwerkingspartners als schoolbesturen en zorg? Zijn zij betrokken bij overnames en hebben zij inspraak?

Vraag 7

Bent u bereid om permanent te onderzoeken of ouders en andere samenwerkingspartijen daadwerkelijk invloed kunnen uitoefenen bij overnames door investeerders? Zo ja, op welke wijze? Zo nee, waarom niet?

Vraag 8

Hoeveel geld is er inmiddels onttrokken uit de kinderopvangsector door investeringsmaatschappijen? Indien u dit niet weet, bent u bereid hier onderzoek naar te doen?

Vraag 9

Wordt er in de kinderopvang via vastgoedinvesteringen winst onttrokken? Zo ja, om hoeveel geld gaat het? Indien u het antwoord niet weet, bent u tevens bereid dit te onderzoeken?

Vraag 10

Wat gaat u doen om de opkoop van kleinere kinderopvangorganisaties door grote investeerders in aanloop naar 2025 – wanneer de kinderopvang grotendeels gesubsidieerd gaat worden door de overheid – te stoppen, gezien de risico’s die dit met zich meebrengt en gezien het geld dat door deze eigendomsvormen verdwijnt uit de kinderopvang?

Vraag 11

Hoe gaat u voorkomen dat in 2025, als kinderopvang vrijwel gratis wordt, investeerders zich richten op de hogere inkomens? Welke mogelijkheden overweegt u om deze dreigende tweedeling te voorkomen? En overweegt u een vast tarief voor de kinderopvang om een prijsopdrijvend effect te voorkomen?

Vraag 12

Bent u zich ervan bewust dat ook nu al belastinggeld in de vorm van de kinderopvangtoeslag verdwijnt in de zakken van investeerders, maar dit met het bijna gratis maken van de kinderopvang om miljarden zal gaan? Acht u dit een wenselijke bestemming voor belastinggeld? Kunt u uw antwoorden toelichten?

Vraag 13

Hoe gaat u voorkomen dat op een indirecte manier winst onttrokken wordt bij aandelenverkoop van een kinderopvangorganisatie in het licht van de directe subsidie van kinderopvang voor 95 procent in 2025?

Vraag 14

Hoe gaat u voorkomen dat op andere manieren geld dat voor 95 procent uit overheidsgeld bestaat, wordt onttrokken aan de organisatie?

Vraag 15

Wat kunnen we leren van het buitenland over een verbod op winstuitkeringen in de kinderopvang? In welke landen is hier sprake van en hoe is dat geregeld?

Vraag 16

Bent u bereid stappen te ondernemen tegen winstuitkeringen in de kinderopvang alvorens de kinderopvangtoeslag wordt geschrapt en de overheid 95 procent van de kinderopvang gaat subsidiëren? Zo ja, op welke wijze? Zo nee, waarom niet?

Vraag 17

Bent u bereid deze vragen apart te beantwoorden en niet te clusteren en de beantwoording met de Kamer te delen voor het commissiedebat Kinderopvang op 21 april aanstaande?

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Palland (CDA), ingezonden 29 maart 2022 (vraagnummer 2022Z05946).

Nader antwoord

Zoals toegezegd in reactie op Kamervragen van de Leden Kathmann, Maatoug, Kwint en Palland, heb ik onderzoek laten doen naar de marktwerking in de kinderopvang en de mogelijke effecten van marktingrijpen.1

Dit onderzoek is extra relevant met het oog op de voorgenomen stelselhernieuwing, waarin het aandeel publieke financiering in de kinderopvang zal stijgen.

Er zijn twee separate onderzoeken uitgevoerd. Onderzoeksbureau SEO heeft de Marktscan Kinderopvang uitgevoerd, die de marktordening en verschillende financieringsvormen in de kinderopvang in beeld brengt. Daarnaast heeft onderzoeksbureau Decisio in het onderzoek Maatregelen marktwerking kinderopvang de voor- en nadelen en neveneffecten van mogelijke maatregelen die ingrijpen op de marktwerking onderzocht.

Deze onderzoeken deel ik met uw Kamer in voorbereiding op de Technische Briefing over deze onderzoeken op 13 april. In de voortgangsbrief over de herziening van het financieringsstelsel kinderopvang zal ik een inhoudelijke reactie op de onderzoeken geven. Deze brief zal uw Kamer voor het Commissiedebat op 10 mei ontvangen.


X Noot
1

FD, 21 maart 2022, «Investeerders vergroten hun greep op de kinderopvang» (Investeerders vergroten hun greep op de kinderopvang (fd.nl))

X Noot
1

2488; Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 2482; Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 2484

Naar boven