Vragen van het lid Hammelburg (D66) aan de Minister van Financiën over het bericht dat De Nederlandsche Bank (DNB) een handhavingstraject is gestart tegen de Rabobank (ingezonden 19 november 2021).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «DNB voert druk op bij Rabobank wegens gebrekkige witwascontrole»1?

Vraag 2

Wanneer werden uw ministerie en u geïnformeerd over de beslissing van het Openbaar Ministerie (OM) om een handhavingstraject te starten tegen de Rabobank?

Vraag 3

Kunt u aangeven welke stappen u heeft gezet – sinds de schikking tussen het OM en ABN AMRO in april van dit jaar vanwege jarenlange en structurele overtreding van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) bij haar activiteiten in Nederland – al dan niet richting de Nederlandse Bank, om Nederlandse banken nogmaals op hun plicht te wijzen de Nederlandse wet na te leven?

Vraag 4

Herinnert u zich uw antwoord op eerdere vragen waarin u aangaf dat u «de tekortkomingen bij de naleving van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (…) zeer pijnlijk»2 vond, nadat DNB concludeerde dat «verschillende financiële instellingen hun verantwoordelijkheid voor het beheersen van integriteitrisico’s nog onvoldoende adequaat oppakken»3? Wat heeft u sinds die conclusie gedaan om de naleving van de wet door Nederlandse banken op orde te brengen?

Vraag 5

Hoe beoordeelt u het feit dat de Rabobank de derde systeembank is in Nederland die recentelijk door het OM is berispt vanwege de gebrekkige naleving van de Wwft?

Vraag 6

Hoeveel mensen werken er bij Nederlandse banken, en hoeveel van hen zijn belast met de naleving van de Wwft?

Vraag 7

Welke kansen voor innovatie om de controle op potentieel frauduleuze betalingen efficiënter en effectiever te maken worden er gesignaleerd en hoe draagt u eraan bij dat financiële instellingen hier voortvarend mee aan de slag kunnen gaan?

Vraag 8

Kunt u toelichten welke vorderingen er zijn gemaakt bij het adequaat beheersen van integriteitsrisico’s door Nederlandse banken en welke vorderingen er nog gemaakt moeten worden?

Vraag 9

Hoe beoordeelt u de Nederlandse regels ter bestrijding van witwassen en terrorismefinanciering, die de aanleiding geven voor deze maatregel van DNB, in internationaal perspectief?

Vraag 10

Hoe oordelen DNB en de Europese Centrale Bank (ECB) over de naleving van de Wwft? Zien zij dat de naleving in andere landen beter verloopt? Zo ja, waarom verloopt de naleving daar beter dan in Nederland?


X Noot
2

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 2915

X Noot
3

Kamerstuk 31 477, nr. 27

Naar boven