Vragen van het lid Beckerman (SP) aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat over het bericht dat vergelijkbare bevingsschades ongelijk beoordeeld worden (ingezonden 26 oktober 2021).

Vraag 1

Bent u op de hoogte van het onderzoek van het IMG waaruit blijkt dat vergelijkbare schades ongelijk beoordeeld worden?1

Vraag 2

Bent u het met de heer Kortmann eens dat deze verschillen onaanvaardbaar groot zijn? Kunt u uw antwoord toelichten?

Vraag 3

Wat is uw reactie op het feit dat er niet alleen verschil zit tussen verschillende bureaus, maar dat er zelfs verschil zit tussen de beoordelingen van één schade binnen één rapport? Wat zegt dit volgens u over de deskundigheid?

Vraag 4

Welke aanleiding was er in 2017 om de Wet Bewijsvermoeden Groningen in te voeren?

Vraag 5

Klopt het dat deze wet is gebaseerd op het idee dat het (wetenschappelijk) onmogelijk is om vast te stellen of schade mijnbouwgerelateerd is? Kunt u uw antwoord toelichten?

Vraag 6

Klopt het dat redenen als de groei van de stapel claims, onvrede bij Groningers, verlies van vertrouwen in de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) en de falende overheid, de rol van de NAM, maar ook de gang naar de burgerlijke rechter, die als onevenredig bezwarend werden ervaren in verband met aspecten als de advocaat, de kosten, de risico’s en de tegenpartij, ten grondslag liggen aan het ontstaan van de Wet Bewijsvermoeden Groningen, zoals Peter van Buuren presenteerde op het derde gaswinningscongres in 2019?2

Vraag 7

Wat is er sindsdien veranderd?

Vraag 8

Kunt u aangeven waaruit blijkt dat de stapel claims kleiner is geworden en alle Groningers tevreden zijn?

Vraag 9

Waaruit blijkt dat het vertrouwen is hersteld?

Vraag 10

Is het uw prioriteit om gedupeerden schadeloos stellen of om per schade vast te stellen of deze mijnbouwgerelateerd is?

Vraag 11

Heeft het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG) dezelfde prioriteit als genoemd in vraag tien? Wilt u uw antwoord toelichten?

Vraag 12

Bent u van mening dat de deskundigen van IMG het bewijsvermoeden juist toepassen? Wilt u uw antwoord toelichten?

Vraag 13

Zou het op juiste manier toepassen van het bewijsvermoeden, zeker binnen het aangewezen gebied, deskundigen overbodig kunnen maken?

Vraag 14

Herkent u zich in het beeld dat gedupeerden, met het toepassen van het nieuwe beoordelingsschema mijnbouwschade, weer moeten bewijzen dat hun schade door de mijnbouwactiviteiten komt en dat we dus terug bij af zijn?3

Vraag 15

Deelt u de mening dat de criteria binnen dit beoordelingsschema mijnbouwschade, die het IMG sinds 1 juli 2021 hanteert en gebaseerd zijn op gegevens van de NAM, zoals bijvoorbeeld de trillingssterktes, geen bijdrage levert aan een ruimhartige schadevergoeding?

Vraag 16

Bent u tevens van mening dat de invloed die de NAM hier dus nog steeds heeft zeer slecht is voor het herstel van vertrouwen? Kunt u uw antwoord toelichten?

Vraag 17

Kunt u inzichtelijk maken hoe dit nieuwe beoordelingsschema bijdraagt aan beter, ruimhartig schadeherstel en minder uitvoeringskosten?

Vraag 18

Klopt het dat de informatie op de website van IMG, bijvoorbeeld over de mate van onafhankelijkheid van deskundigen, de afgelopen jaren regelmatig aangepast is? Zo ja, is de oude informatie nog beschikbaar zodat er goed gekeken kan worden wat er is aangepast? Zo nee, hoe verhoudt dit tussentijds oncontroleerbaar wijzigen van de inhoud van webpagina’s door IMG zich tot de uitgangspunten van het Rijksbrede programma Informatie Open op Orde, in het bijzonder tot de Rijksbreed gestelde prioriteit van toegankelijkheid van informatie door middel van archivering van websites?

Vraag 19

Wilt u uw reactie geven op de voorbeelden uit het bericht «Gedupeerden zien twijfels bevestigd: «Van de acht identieke woningen kreeg ik als enige niets»»?4

Vraag 20

Gaat u gedupeerden die onvoldoende of niet gecompenseerd worden voor hun schade alsnog compenseren? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wanneer?

Vraag 21

Hoeveel van de 6199 schades die voor 31 maart 2017 zijn gemeld, de zogenaamde «oude NAM-schades», zijn nog steeds niet volledig afgerond? Bij hoeveel van deze «oude NAM-schades» is het aanbod van de NAM door de schademelder geaccepteerd en volledig en zonder voorwaarden door de NAM uitgevoerd?

Vraag 22

Herkent u de zinsnede «Gezinnen moesten vechten tegen een veel machtiger overheid. Een oneerlijke strijd, waar rechtspraak niet altijd de bescherming bood die deze ouders wel verdienden», op rechtspraak.nl, bij de presentatie van het rapport «Recht vinden bij de rechtbank» in het Groningendossier?5

Vraag 23

Bent u het met de conclusie eens dat onrecht in de toekomst voorkomen moet worden in vergelijkbare zaken en dat de rechtsbescherming van het individu belangrijker is dan het waarborgen van rechtseenheid en rechtszekerheid? Wilt u uw antwoord toelichten?

Vraag 24

Wat gaat u doen met deze aanbeveling «om gefinancierde rechtsbijstand in de bezwaar- en beroepsfase over toeslagenzaken en andere kwesties die bestaanszekerheid betreffen, goed toegankelijk en betaalbaar te maken en te houden» uit dit rapport?6

Vraag 25

Klopt het dat gedupeerden van de gaswinning in Groningen pas bijkomende kosten krijgen vergoed nadat er is vastgesteld dat er recht op schadevergoeding voor mijnbouwschade bestaat?

Vraag 26

Bestaat de kans dat de gemaakte kosten achteraf ten laste komen van de schademelder?

Vraag 27

Worden alle gemaakte kosten, zoals advieskosten, juridische kosten en kosten van contra-expertise, pas achteraf ten laste gelegd aan schademelder, dus pas nadat recht op schadevergoeding is vastgesteld?

Vraag 28

Begrijpt u dat het gebrek aan overzicht van mogelijke secundaire kosten voor veel gedupeerden een reden is om af te zien de procedure en dus geen rechtvaardige compensatie van de schade krijgen? Wilt u hier uw visie op geven?

Vraag 29

Bent u, op basis van bovenstaande vragen over rechtszekerheid, alsnog bereid om het door de Kamer aangenomen amendement-Beckerman onverminderd op te nemen in de wet?7

Vraag 30

Welke gevolgen heeft het niet meer gebruiken of het ontmantelen van de meetnetwerken die het causale verband tussen bevingen en schade hadden kunnen vaststellen, volgens u voor de schadeafhandeling?8

Vraag 31

Kent u de publicatie «Verscheurd Vertrouwen» van de Nationale ombudsman van 25 oktober 2021?9

Vraag 32

Wat is uw reactie op de uitspraak van de Ombudsman dat er een speciaal bewindspersoon zou moeten komen voor Groningen, «die zegt: nu is het afgelopen en hakken we de knopen door. Geen nieuwe onderzoeken meer, geen nieuwe procedures of weer nieuwe spelregels. Een crisisorganisatie met doorzettingsmacht.»?

Vraag 33

Wat is uw reactie op de opmerking van de Ombudsman dat hij dezelfde aanbevelingen doet als vier jaar geleden, omdat die helaas nog steeds gelden?

Vraag 34

Bent u bereid, nu de situatie in Groningen wederom een «nationale crisis» wordt genoemd door de Ombudsman, nogmaals te kijken naar hoe eventueel een crisisaanpak ingericht kan worden?


X Noot
2

Rijksuniversiteit Groningen, 24 april 2019 (https://www.rug.nl/rechten/congressen/archief/2019/gaswinningscongres/)

X Noot
3

Instituut Mijnbouwschade Groningen, z.d. (https://www.schadedoormijnbouw.nl/over-het-img/documenten)

Naar boven