Vragen van het lid Van Kent (SP) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de grote verschillen tussen hoe gemeenten omgaan met de TONK (ingezonden 26 april 2021).

Vraag 1

Wat vindt u van het onderzoek door persbureau LocalFocus waaruit blijkt dat de verschillen tussen de hoogte en de duur van de Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten (TONK) sterk verschillen tussen gemeenten?1

Vraag 2

Waarom accepteert u dat er geen gelijke criteria aan de TONK worden gesteld waardoor de woonplaats bepaalt hoeveel steun iemand krijgt in plaats van de financiële situatie?

Vraag 3

Vindt u het eerlijk dat het bijvoorbeeld 4.500 euro steun scheelt of je in Den Haag woont of in buurgemeente Westland? Zo ja, waarom? Zo nee, wat gaat u hieraan doen?

Vraag 4

Denkt u dat 900 euro steun voor de periode van zes maanden in de gemeente Nissewaard en de gemeente Laren daadwerkelijk een oplossing biedt voor bijvoorbeeld zzp'ers die noodgedwongen aanspraak moeten maken op de TONK? Zo ja, waaruit blijkt dat? Zo nee, wat gaat u hieraan doen?

Vraag 5

Waarom heeft u geen minimumbedrag afgesproken met de gemeenten? Heeft u de grote verschillen tussen gemeenten tijdens het opstellen van de TONK voorzien?

Vraag 6

Bent u bereid om in overleg met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) nadere voorwaarden af te spreken zodat de verschillen tussen gemeenten geminimaliseerd worden?


X Noot
1

Omroep West, 23 april 2021, «Coronasteun voor woonlasten verschilt sterk: in Leiden vier keer zoveel als in Den Haag» (https://www.omroepwest.nl/nieuws/4384806/Coronasteun-voor-woonlasten-verschilt-sterk-in-Leiden-vier-keer-zoveel-als-in-Den-Haag)

Naar boven