Vragen van het lid Van Kent (SP) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
over de grote verschillen tussen hoe gemeenten omgaan met de TONK (ingezonden 26 april
2021).
Antwoord van Minister Koolmees (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 21 mei
2021).
Vraag 1
Wat vindt u van het onderzoek door persbureau LocalFocus waaruit blijkt dat de verschillen
tussen de hoogte en de duur van de Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten (TONK)
sterk verschillen tussen gemeenten?1
Antwoord 1
Ik heb het artikel met interesse gelezen; de resultaten van de analyse komen overeen
met het beeld dat het ministerie krijgt op basis van gesprekken met gemeenten en VNG.
Vraag 2
Waarom accepteert u dat er geen gelijke criteria aan de TONK worden gesteld waardoor
de woonplaats bepaalt hoeveel steun iemand krijgt in plaats van de financiële situatie?
Antwoord 2
Er is gekozen om de TONK via het juridische kader van de bijzondere bijstand te laten
lopen. Hierdoor kon de TONK snel en zonder wetswijziging starten. Bij het juridisch
kader van de bijzondere bijstand hoort dat gemeenten decentrale beleidsvrijheid hebben
om te bepalen welke criteria zij hanteren bij de toekenning van de TONK en welk bedrag
zij willen toekennen. Dit is ook goed, omdat de omstandigheden tussen gemeenten kunnen
verschillen.
Vraag 3
Vindt u het eerlijk dat het bijvoorbeeld 4.500 euro steun scheelt of je in Den Haag
woont of in buurgemeente Westland? Zo ja, waarom? Zo nee, wat gaat u hieraan doen?
Antwoord 3
Gemeenten hebben de beleidsregels voor de TONK opgesteld op basis van een inschatting
van de doelgroep die de TONK nodig heeft en op basis van een schatting van de steun
die mensen nodig hebben. Daarbij heb ik hen aangespoord ruimhartig met de TONK om
te gaan. Onlangs is het bedrag dat voor de TONK beschikbaar is verdubbeld tot € 260
miljoen.
Gemeenten hebben de mogelijkheid om tussentijds aanpassingen te doen. Een aantal gemeenten
past inmiddels de beleidsregels aan om een grotere groep huishoudens met een ruimer
bedrag tegemoet te kunnen komen. Ik vertrouw erop dat het college van burgemeester
en wethouders van elke gemeente een doordachte beslissing heeft genomen bij het vaststellen
van de beleidsregels rondom de TONK.
Vraag 4
Denkt u dat 900 euro steun voor de periode van zes maanden in de gemeente Nissewaard
en de gemeente Laren daadwerkelijk een oplossing biedt voor bijvoorbeeld zzp'ers die
noodgedwongen aanspraak moeten maken op de TONK? Zo ja, waaruit blijkt dat? Zo nee,
wat gaat u hieraan doen?
Antwoord 4
Uit alle gesprekken met gemeenten heb ik de stellige overtuiging dat gemeenten hun
uiterste best doen om huishoudens die door Corona (maatregelen) niet meer kunnen voldoen
aan hun noodzakelijke lasten te ondersteunen, ofwel door de TONK te verstrekken of
door andere vormen van ondersteuning te bieden.
Vraag 5
Waarom heeft u geen minimumbedrag afgesproken met de gemeenten? Heeft u de grote verschillen
tussen gemeenten tijdens het opstellen van de TONK voorzien?
Antwoord 5
Zoals ook in het antwoord op vraag 2 is aangegeven, is de TONK vormgegeven binnen
het juridische kader van de van de bijzondere bijstand. Hierdoor hebben gemeenten
eigen beleidsruime bij de invulling van de TONK.
Ik ben dan ook niet verrast dat gemeenten verschillend met de TONK omgaan: dit past
bij het karakter van de bijzondere bijstand.
Gemeenten hebben de mogelijkheid om tussentijds aanpassingen te doen. Een aantal gemeenten
past inmiddels de beleidsregels aan om een grotere groep huishoudens met een ruimer
bedrag tegemoet te kunnen komen. Ik verwacht dat daarmee de verschillen tussen gemeenten
kleiner worden.
Vraag 6
Bent u bereid om in overleg met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) nadere
voorwaarden af te spreken zodat de verschillen tussen gemeenten geminimaliseerd worden?
Antwoord 6
Er vindt zeer regelmatig overleg plaats met VNG, Divosa en een flink aantal gemeenten.
Daarin wordt besproken welke verdere stappen er kunnen worden gezet om de bekendheid
en het bereik van de TONK te vergroten en de TONK ruimhartig toe te kennen. Ik betrek
de sociale partners, UWV en de landelijke cliëntenraad hierbij. Ook heb ik in een
brief en later in een videoboodschap gemeenten bedankt voor hun inzet en opgeroepen
om de TONK ruimhartig toe te kennen. Nadere voorwaarden kan en wil ik hierbij niet
stellen; dat past niet bij het decentrale karakter van de TONK.