Vragen van het lid Koopmans (VVD) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de rechtszaak bij het Internationaal Gerechtshof tegen Myanmar over mogelijke genocide tegen de Rohingya (ingezonden 25 maart 2021).

Vraag 1

Bent u bekend met het artikel «Nederlandse regering komt met flauw excuus in Rohingya Genocidezaak. Gambia staat eigen actie echt niet in de weg»1, kennelijk opgesteld naar aanleiding van de eerdere vragen over deze zaak en de motie-Koopmans c.s. van 1 juli 2019?2

Vraag 2

Kunt u inhoudelijk ingaan op ieder van de in dit artikel genoemde processuele suggesties, en wilt u de geopperde stappen overwegen?

Vraag 3

Welke andere stappen ondernemen Nederland en Canada ter voorkoming van een eventuele terugtrekking van Gambia uit de zaak, ter bespoediging van de rechtsgang en ter bescherming van de Rohingya?


X Noot
1

De Volkskrant, 24 maart 2021, «Nederlandse regering komt met flauw excuus in Rohingya Genocidezaak. Gambia staat eigen actie echt niet in de weg».

X Noot
2

Verslag van een schriftelijk overleg over de geannoteerde agenda van de leden voor de Raad Buitenlandse Zaken van 22 februari 2021 (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2271) en motie- Koopmans c.s. over een mogelijkheid om Myanmar aan te brengen bij het Internationaal Gerechtshof (Kamerstuk 32 735, nr. 248).

Naar boven