Vragen van de leden Van Helvert en Omtzigt (beiden CDA) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over Ahrar-al-Sham (ingezonden 19 november 2020).

Vraag 1

Is Ahrar-al-Sham een terroristische organisatie?

Vraag 2

Is de penningmeester van Ahara al Sham, die recent is opgepakt, ooit direct of indirect gesteund geweest door Nederlandse non-letale steun (NLA)?1

Vraag 3

Kunt u uitsluiten dat deze meneer, die nu van terrorisme verdacht wordt, met zijn groep en bondgenoten ooit geprofiteerd heeft van het Nederlandse NLA-programma?

Vraag 4

Herinnert u zich uw reactie op de motie van de leden Van Helvert en Voordewind over als terroristiche organisatie kwalificeren van Ahrar al-Sham?2

Vraag 5

Kunt u garanderen dat Ahrar-al-Sham geen direct bedreiging vormt op het grondgebied van Nederland nu de penningmeester in Rijssen blijkt te wonen?

Vraag 6

Zo nee, bent u bereid om Ahrar-al-Sham op de Nederlandse terroristenlijst te plaatsen?

Vraag 7

Herinnert u zich dat de Rechtbank Rotterdam in 2019 Ahrar-al-Sham aangemerkt heeft als een terroristisch organisatie in ieder geval in de periode juli 2018 – mei 2018?3

Vraag 8

Klopt het dat (bijna) alle door Trouw en Nieuwsuur geindentificeerde groepen die NLA ontvangen hebben van Nederland, hebben samengewerkt met Ahrar-al-Sham?

Vraag 9

Kunt u deze vragen binnen twee weken en één voor één beantwoorden?


X Noot
1

Tubantia, 17 november 2020, «Rijssen kent penningmeester van Ahrar al-Sham als slachtoffer van martelingen» (https://www.tubantia.nl/rijssen-holten/rijssen-kent-penningmeester-van-ahrar-al-sham-als-slachtoffer-van-martelingen~a7ebbad1b/)

X Noot
2

Kamerstuk 29 754, nr. 558.

X Noot
3

Rb. Rotterdam, 29 maart 2019, ECLI:NL:RBROT:2019:2421 (http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBROT:2019:2421)

Naar boven