Vragen van het lid Van Nispen (SP) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over de Europese aanbestedingen van diensten van tolken en vertalers in de strafrechtketen (ingezonden 23 september 2020).

Vraag 1

Bent u bekend met het artikel «A bid for justice? Legal interpreting privatisation in Europe?» over de gevolgen van Europese aanbestedingen van diensten van tolken en vertalers in de verschillende Europese strafrechtketens?1

Vraag 2

Bent u bekend met de problemen die andere Europese lidstaten hebben ervaren bij de Europese aanbestedingen?

Vraag 3

Kunt u bevestigen dat in Denemarken inderdaad aanbestedingsovereenkomsten voortijdig zijn beëindigd?

Vraag 4

Is het u bekend dat Duitsland, ondanks de implementatie van de Europese richtlijn in nationale wetgeving, er toch voor heeft gekozen de tolk- en vertaaldiensten op deelstaatniveau in eigen hand te houden? Nu de parlementair advocaat tot de conclusie kwam, dat die optie ook voor Nederland openstaat, waarom kiest u dan niet voor diezelfde weg?

Vraag 5

Heeft u onderzoek laten verrichten naar de aanbestedingen in andere Europese lidstaten?

Vraag 6

Welke lessen uit andere Europese lidstaten worden betrokken bij het aanbesteden in Nederland?

Vraag 7

Waarom denkt u dat in Nederland geen sprake zal zijn van concentratie van tolk- en vertaaldiensten bij één of enkele grote bemiddelaars?

Vraag 8

Waarom denkt u dat in Nederland geen groot aandeel van de beloningen aan tolken en vertalers bij de bemiddelaars zal blijven hangen in tegenstelling tot andere Europese landen?

Vraag 9

Hoe denkt u de nodige kwaliteit van de tolkdiensten te waarborgen gezien de betaling per minuut door de bemiddelaar?2

Vraag 10

Wist u dat veel tolken op dit moment op zoek zijn naar een andere baan, omdat deze werkwijze voor hen niet meer rendabel is? Zo nee, bent u bereid dit te onderzoeken? Zo ja, wat zegt dit volgens u?

Vraag 11

Bent u bereid, gezien de problemen in de verschillende Europese lidstaten, u in Europees verband, samen met uw Europese collega’s, in te spannen voor het herinvoeren van een uitzonderingsgrond voor tolken en vertalers in de strafrechtketen op Europese aanbestedingen? Waarom wel, waarom niet?


X Noot
2

Voorbeeld, vernomen uit de praktijk: Een tolk komt amper aan 10 á 15 werkuren per week via een bemiddelaar. Dit is verdeeld over 5 werkdagen, verkruimeld over de hele dag, niet aaneensluitend. Daardoor moet de tolk 40 uur in de week beschikbaar zijn, maar wordt voor slechts 10–15 uur betaald. Hierdoor kan de tolk moeilijk andere opdrachten aannemen, waardoor zijn inkomsten fors teruglopen.

Naar boven