Vragen van het lid Van Nispen (SP) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over de Europese aanbestedingen van diensten van tolken en vertalers in de strafrechtketen (ingezonden 23 september 2020).

Antwoord van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 3 november 2020). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 382.

Vraag 1

Bent u bekend met het artikel «A bid for justice? Legal interpreting privatisation in Europe?» over de gevolgen van Europese aanbestedingen van diensten van tolken en vertalers in de verschillende Europese strafrechtketens?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Bent u bekend met de problemen die andere Europese lidstaten hebben ervaren bij de Europese aanbestedingen?

Antwoord 2

Ik ben bekend met ervaringen van enkele andere Europese lidstaten op het gebied van het Europees aanbesteden van tolk- en vertaaldiensten.

Vraag 3

Kunt u bevestigen dat in Denemarken inderdaad aanbestedingsovereenkomsten voortijdig zijn beëindigd?

Antwoord 3

Ja, de Deense politie heeft via een persbericht op 11 december 2019 laten weten een contract met intermediair EasyTranslate te hebben beëindigd.2

Vraag 4

Is het u bekend dat Duitsland, ondanks de implementatie van de Europese richtlijn in nationale wetgeving, er toch voor heeft gekozen de tolk- en vertaaldiensten op deelstaatniveau in eigen hand te houden? Nu de parlementair advocaat tot de conclusie kwam, dat die optie ook voor Nederland openstaat, waarom kiest u dan niet voor diezelfde weg?

Antwoord 4

In het advies over de plicht om tolk- en vertaaldiensten Europees aan te besteden heeft de parlementair advocaat vermeld dat Duitsland de bepalingen uit de Richtlijn 2014/24/EU van het Europees parlement de Raad van 26 februari 2014 betreffende het plaatsen van overheidsopdrachten en tot intrekking van Richtlijn 2004/18/EG heeft omgezet in nationaal recht. In het advies wordt daarbij aangegeven dat er geen reden is om te veronderstellen dat de Richtlijn anders dan in Nederland is geïmplementeerd of niet naar behoren is geïmplementeerd.3 Dat betekent voor zowel Nederland als Duitsland dat het binnen de kaders van de Richtlijn onder bepaalde omstandigheden mogelijk is om tolk- en vertaalcapaciteit intern te organiseren door tolken en vertalers in dienst te nemen en/of de intermediairsfunctie intern te vervullen met inzet van eigen medewerkers. In mijn reactie op het advies van de parlementair advocaat ben ik uitvoerig toegelicht waarom deze opties niet werkbaar zijn voor tolk- en vertaaldiensten bij de Nederlandse rijksoverheid.4

Vraag 5 en 6

Heeft u onderzoek laten verrichten naar de aanbestedingen in andere Europese lidstaten?

Welke lessen uit andere Europese lidstaten worden betrokken bij het aanbesteden in Nederland?

Antwoord 5 en 6

Bij de ontwikkeling van de nieuwe systematiek voor tolk- en vertaaldiensten is gekeken naar de situatie in andere Europese lidstaten. Daarbij werd steeds duidelijk dat de situatie in andere landen niet zonder meer te vergelijken is met de situatie in Nederland. Zo wisselen tarieven en werkwijzen sterk in verschillende landen, afhankelijk van de overheidsstructuur en nationale wetgeving. Ik heb gekozen voor een bij de Nederlandse situatie passende oplossing.

Vraag 7

Waarom denkt u dat in Nederland geen sprake zal zijn van concentratie van tolk- en vertaaldiensten bij één of enkele grote bemiddelaars?

Antwoord 7

Zoals ik in mijn brief van 5 april 2019 aan uw Kamer heb uitgelegd,5 stimuleren we binnen de nieuwe systematiek voor tolk- en vertaaldiensten een groter aantal intermediairs actief te worden op de markt van overheidsaanbestedingen, met als doel de positie van tolken in relatie tot de intermediairs te verstevigen en een gezonde markt te ontwikkelen. Deze ruimte voor ontwikkeling bieden we onder meer door onze opdrachten gevarieerd en in niet te grote volumes op de markt te zetten.

Vraag 8

Waarom denkt u dat in Nederland geen groot aandeel van de beloningen aan tolken en vertalers bij de bemiddelaars zal blijven hangen in tegenstelling tot andere Europese landen?

Antwoord 8

De aanbestedingen binnen de nieuwe systematiek zijn erop ingericht dat in de gestelde voorwaarden een goede uitgangspositie voor tolken en vertalers tot uiting komt, in lijn met de motie Van Dam en Groothuizen (Kamerstuk 29 936, nr. 55), die een aantal van deze voorwaarden expliciet benoemt. Intermediairs zijn via hun contract gehouden aan deze voorwaarden.

Vraag 9

Hoe denkt u de nodige kwaliteit van de tolkdiensten te waarborgen gezien de betaling per minuut door de bemiddelaar?6

Antwoord 9

De aanbestedingsvoorwaarden waarnaar verwezen wordt in het antwoord op vraag 8, waarborgen de kwaliteit van de tolkdiensten.

Vraag 10

Wist u dat veel tolken op dit moment op zoek zijn naar een andere baan, omdat deze werkwijze voor hen niet meer rendabel is? Zo nee, bent u bereid dit te onderzoeken? Zo ja, wat zegt dit volgens u?

Antwoord 10

Ik realiseer me dat er nog steeds zorgen zijn, maar ik ben ervan overtuigd dat met de invoering van de nieuwe systematiek voor tolk- en vertaaldiensten de positie van tolken versterkt wordt. Een tolk moet als zelfstandig ondernemer echter zelf de afweging maken of de rijksoverheid een interessante opdrachtgever blijft. Dat zal mede afhangen van vraag en aanbod voor de verschillende talen.

Voor de monitoring van de werking van de nieuwe systematiek, die ik nader heb toegelicht in mijn brief van 18 september 2020 aan uw Kamer,7 zijn vraag en aanbod belangrijke parameters. Signalen vanuit de beroepsgroep op dit punt zullen via het structurele overleg met de relevante beroepsorganisaties overgebracht worden.

Vraag 11

Bent u bereid, gezien de problemen in de verschillende Europese lidstaten, u in Europees verband, samen met uw Europese collega’s, in te spannen voor het herinvoeren van een uitzonderingsgrond voor tolken en vertalers in de strafrechtketen op Europese aanbestedingen? Waarom wel, waarom niet?

Antwoord 11

Daar zie ik geen reden toe. Ik heb er vertrouwen in dat we de zorgen van de beroepsgroep goed hebben geadresseerd en dat met de invoering van de nieuwe systematiek voor tolk- en vertaaldiensten een sterke en noodzakelijke professionaliseringsslag wordt gemaakt. Voordat het verlichte aanbestedingsregime door de invoering van nieuwe Richtlijn niet meer van toepassing was op tolk- en vertaaldiensten, was er in ongeveer de helft van deze diensten bij de rijksoverheid al voor aanbesteding gekozen. De markt was echter niet goed ontwikkeld en werd overheerst door enkele grote intermediairs. Voor de nieuwe systematiek is het van belang dat alle tolk- en vertaaldiensten aanbesteed worden. De ontwikkelde eenduidige wijze van inkoop stimuleert de ontwikkeling van een gezonde markt en een transparant speelveld, niet alleen voor intermediairs, maar juist ook voor tolken en vertalers.

Naar boven