Vragen van de leden Westerveld (GroenLinks) en Van den Hul (PvdA) aan de Ministers van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en van Buitenlandse Zaken over het sluiten van de Netherlands Education Support Offices-kantoren (ingezonden 22 september 2020).

Vraag 1

Bent u bekend met de brief aan de Kamer over «Stand van zaken proces hernieuwde inzet kennisdiplomatie»?1

Vraag 2

Kunt u toelichten in welk opzicht de Netherlands Education Support Offices (NESO-)kantoren niet voldeden aan de wens van de regering om in te zetten op meer strategische aanwezigheid in het buitenland? In hoeverre worden er plaatsvervangende instituten gesubsidieerd om aan deze wens te voldoen, zodat studentenmobiliteit tussen Nederland en de tien NESO-landen gewaarborgd blijft?

Vraag 3

Kunt u toelichten in hoeverre u uitvoering heeft gegeven aan de motie van de leden Westerveld en Van den Hul2, aangezien een evaluatie van de NESO-kantoren, naast het interdepartementaal beleidsonderzoek, naar ons weten niet heeft plaatsgevonden? Bent u bereid deze evaluatie alsnog spoedig uit te voeren en in de tussentijd uw besluit aan te houden?

Vraag 4

Deelt u de mening dat de uitwisseling van studenten en het stimuleren van onderwijs grote meerwaarde hebben, juist met het oog op de moeizame diplomatieke relaties met enkele landen die nu nog een NESO-kantoor hebben? Deelt u de mening dat dit haaks staat op het voornemen van de Ruslandstrategie van dit kabinet, waarin depeople-to-peoplecontacten juist worden geïntensiveerd in plaats van verminderd?

Vraag 5

Kunt u aangeven hoeveel middelen vrijkomen met de sluiting van de NESO’s? Worden de vrijgekomen middelen enkel ingezet in de tien landen die nu een NESO-kantoor hebben?

Vraag 6

Kunt u aangeven hoeveel studenten gebruik maken van de diensten van de NESO-kantoren om in Nederland te studeren?

Vraag 7

Kunt u aangeven welke mogelijkheden er zijn, mocht blijken dat de sluiting van NESO-kantoren leidt tot een afname van studentenmobiliteit tussen Nederland en de tien NESO-landen?

Vraag 8

Kunt u toelichten tot op welke hoogte en in welk tempo de subsidiering van de NESO-kantoren zal afnemen? Kunt u toelichten op basis waarvan de verschillende sluitingstermijnen van NESO-kantoren zijn gebaseerd? Op welke wijze zijn de medewerkers van de NESO-kantoren betrokken geweest bij de totstandkoming van het besluit om de NESO-kantoren te sluiten?

Vraag 9

Kunt u deze vragen een voor een beantwoorden?


X Noot
1

Kamerstuk 31 288, nr. 876, Stand van zaken proces hernieuwde inzet kennisdiplomatie, 11 september 2020

X Noot
2

Kamerstuk 35 282, nr.64

Naar boven