Vragen van de leden Kwint (SP) en Tielen (VVD) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het bericht dat de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) de bestuurlijke afspraken over laaggeletterdheid heeft opgezegd (ingezonden 18 september 2020).

Vraag 1

Kunt u het budget voor de aanpak van laaggeletterdheid onderbouwen in het licht van de toename van het aantal laaggeletterden?1 Is het budget voldoende om laaggeletterdheid effectief aan te pakken? Zo nee, waarom niet?

Vraag 2

In hoeverre hebben de bestuurlijke afspraken bijgedragen aan het terugdringen van laaggeletterdheid?

Vraag 3

Kunt u wat dieper ingaan op de door u genoemde «beperkte gevolgen» van het opzeggen van de bestuurlijke afspraken? Zo nee, waarom niet?

Vraag 4

Hoe verhouden zich de VNG-uitspraken over een «toenemende bureaucratie» zich met antwoorden op vragen van de leden van de VVD- en SP-fractie uit het schriftelijk overleg «Meerjarenplan Alfabetisering» dat u zoveel mogelijk aansluiting zoekt bij bestaande kaders?2

Vraag 5

Wat betekent het opzeggen van de bestuurlijke afspraken voor de voortgang van een kwaliteitslabel?

Vraag 6

Wat betekent het opzeggen van de bestuurlijke afspraken voor de toetsing van regionale plannen?

Vraag 7

Wat betekent het opzeggen van de bestuurlijke afspraken voor de rol van digitalisering binnen de regionale plannen?

Vraag 8

Wat is, volgens u, de meerwaarde van bestuurlijke afspraken wanneer u zelf aangeeft dat er niet of nauwelijks gevolgen zijn bij het opzeggen ervan?

Vraag 9

Klopt het dat er begin september een bijeenkomst is tussen de VNG en het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de bestuurlijke afspraken laaggeletterdheid? Wat zijn hier de voornaamste uitkomsten van?

Vraag 10

Wat is de huidige stand van zaken bij de uitwerking van het Leesoffensief?


X Noot
1

Kamerstuk 28 760, nr. 102

X Noot
2

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 4097

Naar boven