Vragen van de leden Voordewind (ChristenUnie) en Bisschop (SGP) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over de handreiking levensbeschouwing van het COA (ingezonden 10 september 2020).

Vraag 1

Hoe definieert het Centraal orgaan Opvang Asielzoekers (COA) het begrip religieuze neutraliteit?

Vraag 2

Deelt u de mening dat religieuze neutraliteit niet betekent dat het houden van bijbelstudies op verzoek van bewoners op hun kamer verboden zou moeten worden, maar dat COA juist de plicht heeft de vrijheid van godsdienst en levensovertuiging voor alle bewoners van alle geloven en overtuigingen op de centra te bewaken?

Vraag 3

Kunt u aangeven krachtens welke wet u meent politieke en religieuze groepsbijeenkomsten op de kamer van de bewoner thans te kunnen verbieden1, aangezien de Handreiking Levensbeschouwing van juni 2018 (in het vervolg de Handreiking), p. 4, de Grondwet en het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) de overheid ruimte bieden om de vrijheid van godsdienst en levensovertuiging alleen bij wet en in specifieke gevallen te beperken en aangezien het volgens de Handreiking, p. 6, niet wenselijk is het te weigeren of te controleren als een bewoner op zijn eigen kamer met andere bewoners samen wil bidden?

Vraag 4

Kunnen alle bewoners van asielzoekerscentra (azc’s) in de praktijk inderdaad terecht bij religieuze instellingen van hun keuze in de buurt om deel te nemen aan gebedsdiensten, Bijbelstudie of andere activiteiten in groepsverband? Welke normen ten aanzien van reismogelijkheden en reistijd houdt u daarbij aan?

Vraag 5

Klopt het dat het COA actief mee kan helpen een ruimte buiten het azc te vinden, en worden bewoners ook op deze mogelijkheid gewezen? Gebeurt het ook in de praktijk dat bewoners geholpen worden met het vinden van een ruimte en zo ja, hoe?2

Vraag 6

Bent u bekend met conceptversie 0.2 van de Handreiking van 14 december 2016 (verder het Concept) en de daarin gestelde kanttekeningen en rechtsvragen (geel gemarkeerd) aangaande de rechtmatigheid van de voorgestelde beleidslijn?3

Vraag 7

Kunt u reageren op de in het Concept op p. 4 gemaakte opmerking dat het voorgestelde COA-beleid op het eerste gezicht botst met de vrijheid van godsdienst en levensbeschouwing, op de vraag in Concept, p. 5, hoe ver het COA mag gaan in de regulering om buitenproportioneel optreden door locatiemanagers te voorkomen, en op de opmerking bij het Concept, p. 7–8, dat er geen juridische basis lijkt te bestaan om religieuze bijeenkomsten en feesten te verbieden? Wat is er gedaan met deze vraag en opmerking en op welke wijze heeft dit doorgewerkt in de definitieve vaststelling van de Handreiking?


X Noot
1

«COA wil voorkomen dat bewoners geconfronteerd worden met politieke of religieuze uitingen van andere bewoners. Politieke en religieuze groepsbijeenkomsten zijn in het azc dan ook niet toegestaan. Ook niet in de eigen kamer. De activiteiten mogen alleen plaatsvinden in een kleine setting in de privésfeer. Denk aan een Bijbel- of Koranstudie in gezinsverband. Of een religieus gesprek met een bezoeker. Bewoners kunnen naar religieuze instellingen in de buurt om deel te nemen aan gebedsdiensten, Bijbelstudie of andere activiteiten in groepsverband. De vrijheid van godsdienst is daardoor niet in het geding»; https://www.coa.nl/nl/levensbeschouwing-het-azc

X Noot
2

gezien hetgeen in de Handreiking op p. 6 gesteld wordt, namelijk dat het kan «voorkomen dat een bewoner onvoldoende aansluiting vindt bij bestaande religieuze instellingen. Bijvoorbeeld vanwege de taal of omdat een bepaalde religieuze stroming niet aanwezig is in de regio. Het is belangrijk dat het COA een goed beeld krijgt van de redenen voor onvoldoende aansluiting. Daarna kan het COA – op verzoek van een bewoner – helpen met het zoeken naar een ruimte buiten de COA-locatie voor het organiseren van een religieuze bijeenkomst/feest.»

Naar boven