Vragen van het lid Van Nispen (SP) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over drugspakketjes die vanuit Nederland naar het buitenland worden verzonden (ingezonden 1 juli 2020).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het bericht dat Nederland internationaal onder vuur ligt wegens drugshandel per post?1

Vraag 2

Kunt u verduidelijken welke klachten er precies zijn binnengekomen bij politie en justitie vanuit andere landen? Klopt het dat op rechtshulpverzoeken vanuit Nederland langzamer wordt geantwoord dan voorheen vanwege de drugszendingen uit Nederland? Zo nee, hoe plaatst u de opmerkingen met die strekking uit bovengenoemd bericht?

Vraag 3

Kunt u uiteenzetten wat u vindt van de suggestie om een legitimatieplicht in te voeren bij het verzenden van post naar het buitenland?

Vraag 4

Bent u bereid het idee van de legitimatieplicht binnen de Europese Unie (EU) op de kaart te zetten, aangezien dit plan waarschijnlijk alleen nut heeft als dit binnen de gehele EU wordt afgesproken?

Vraag 5

Waarom lukt het ontvangende landen wél om drugs in pakketjes te detecteren en lukt het Nederland, als het zendende land, niet om die drugs tegen te houden? Kunt u dit uitgebreid onderbouwen?

Vraag 6

Is er genoeg capaciteit bij PostNL en de douane beschikbaar om pakketjes en brieven die bestemd zijn voor het buitenland, grondig te scannen op drugs? Zo nee, wat gaat u doen om dit probleem op te lossen?

Vraag 7

Klopt het dat pakketjes met een bestemming binnen de EU nauwelijks gecontroleerd worden, vanuit de redenatie dat dit vrij verkeer van goederen behelst? Acht u dit wenselijk in het licht van de rol die Nederland klaarblijkelijk speelt in het verspreiden van drugs per brief- en pakketpost?

Toelichting

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen van de leden Kuiken en Moorlag (beiden PvdA), ingezonden 30 juni 2020, vraagnummer 2020Z12693 en van de leden Yesilgöz-Zegerius en lodders (beiden VVD), ingezonden 1 juli 2020, vraagnummer 2020Z12910

Naar boven