Vragen van de leden Regterschot (VVD) en Ronnes (CDA) aan de Minister voor Milieu en Wonen over het aanwijzen van het gebied Zuid-Limburg tot NOVI-gebied (ingezonden 10 maart 2020).

Vraag 1

Wat zijn de gehanteerde randvoorwaarden of criteria waaraan een regio of gebied moet voldoen om als «NOVI-gebied» te worden aangewezen?

Vraag 2

Welke inzet vanuit het Rijk of welke verwachtingen kunnen aangewezen «NOVI-gebieden» ontleden aan het feit dat men als «NOVI-gebied» is aangewezen?

Vraag 3

Kent u de wens van de Kamer om bij de aanwijzing van NOVI-gebieden rekening te houden met de rol die stedelijke gebieden buiten de Randstad kunnen vervullen in de aanpak van het verstedelijkingsvraagstuk?1

Vraag 4

Hebt u kennisgenomen van het document waarin de provincie Limburg voorstelt Zuid-Limburg aan te wijzen als NOVI-gebied, en dat als toelichting dient op de reeds eerder door deze provincie gedane voordracht (d.d. 27 september 2019) om Zuid-Limburg aan te wijzen als NOVI-gebied?2

Vraag 5

Bent u op de hoogte van het artikel «Rijk moet met deltaplan voor krimpregio’s komen», waarin de directeur van het Planbureau pleit voor meer Rijksaandacht voor krimpregio’s?3

Vraag 6

Deelt u de mening dat de regio Zuid-Limburg, de sterkst verstedelijkte regio van Nederland na de Randstad én krimpregio, een waardevolle en wezenlijke bijdrage aan Nederland levert (en heeft geleverd) en daar met steun van de landelijke overheid nu en in de toekomst nog meer kansen kan verzilveren? Zo nee, waarom niet?

Vraag 7

Deelt u de mening dat de geschetste problematieken van deze verstedelijkte regio, in combinatie met de vele kansen die deze regio biedt, zoals in het document van de provincie Limburg beschreven, aandacht verdienen van de landelijke overheid door een aanwijzing tot NOVI-gebied in de eerste tranche, naast en in aanvulling op de toekenning van de reeds toegekende Regiodeal Parkstad Limburg? Zo nee, waarom niet?

Vraag 8

Deelt u de mening dat de regio Zuid-Limburg vanwege de sociaal-economische problematiek, de fysieke leegstand van veel gebouwen in relatie tot de Woningmarktagenda, de huidige arbeidsmarktsituatie, de slechtere score van de inwoners op de gezondheidslijstjes in combinatie met de status van krimpregio ondersteuning nodig heeft in de vorm van een aanwijzing tot NOVI-gebied? Zo nee, waarom niet?

Vraag 9

Deelt u de mening dat juist de regio Zuid-Limburg een sterke grensregio kan worden, met veel nieuwe banen en mogelijkheden voor mensen in de Euregio Maas-Rijn, met een aanwijzing tot NOVI-gebied, die als katalysator voor deze ontwikkeling kan dienen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 10

Deelt u de mening dat de huidige samenwerkingsvormen en bestuurlijke organisatievormen in Zuid-Limburg zodanig zijn dat, na de aanwijzing van Zuid-Limburg tot NOVI-gebied, een doorontwikkeling van deze regio geborgd is? Zo nee, waarom niet?

Vraag 11

Wilt u deze vragen beantwoorden vóórdat de definitieve NOVI naar de Kamer wordt gestuurd?


X Noot
1

Kamerstuk 34 682, nr. 18.

X Noot
2

«Voorstel Novi-gebied Zuid-Limburg» meegezonden aan het ministerie

Naar boven