Vragen van de leden Van Weyenberg en Van Beukering-Huijbregts (beiden D66) aan de Minister voor Medische Zorg en de Staatssecretarissen van Financiën over het bericht «Schaf de zorgtoeslag af, zonder inkomenseffecten» (ingezonden 3 februari 2020).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Schaf de zorgtoeslag af, zonder inkomenseffecten»?1

Vraag 2

Wat vindt u van het plan van de professoren Van de Ven en Schut?

Vraag 3

Wat is het effect op het aantal ontvangers van zorgtoeslag bij een verlaging van de nominale premie met 85 euro per maand? Deelt u de conclusie dat deze verlaging van de nominale premie en de zorgtoeslag inkomensneutraal kan worden gecompenseerd via een fiscalisering of verhoging van de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (bijdrage Zvw)?

Vraag 4

Met welk bedrag zou de nominale premie moeten worden verlaagd om het aantal ontvangers van zorgtoeslag te verminderen tot nul?

Vraag 5

Hoe groot is de groep voor wie het beschreven plan een negatief inkomenseffect kan hebben, uitgaande van een verlaging van de nominale zorgpremie met 85 euro per maand en de verplichte betaling van alle verzekerden van 85 euro per maand min de gederfde zorgtoeslag zoals beschreven in het artikel?

Vraag 6

Wat zou de verhouding tussen de nominale zorgpremie en de inkomensafhankelijke bijdrage worden bij een verlaging met 85 euro per maand?

Vraag 7

Hoe hoog zijn de uitvoeringskosten van de Wet op de Zorgtoeslag? Zouden deze volledig verdwijnen bij het overbodig worden van de zorgtoeslag via een verlaging van de nominale premie?

Vraag 8

Deelt u de analyse van de professoren dat de premieconcurrentie tussen verzekeraars wordt vergroot bij een lagere nominale premie, zoals eerder ook geconcludeerd door het Centraal Planbureau (CPB)? Klopt het dat consumenten door de grotere relatieve verschillen juist meer gevoelig zullen zijn voor verschillen in premies? Wat zou dit betekenen voor de hoogte van de nominale premie? Welke andere gevolgen verwacht u van grotere relatieve prijsverschillen in de nominale premie?2

Vraag 9

Hoe verhoudt dat zich tot de analyse van het CPB dat het kostenbewustzijn bij burgers juist afneemt?3

Vraag 10

Hoe ontwikkelt het aantal wanbetalers in de Zvw zich? Hoe groot is de premiederving die optreedt door wanbetaling? Deelt u de conclusie dat een verlaging van de nominale zorgpremie leidt tot een vermindering van het aantal wanbetalers?

Vraag 11

Bij welke hoogte van de nominale premie ontstaat het risico dat een aantal verzekeraars een negatieve premie zouden moeten hanteren bij collectieve kortingen, uitgaande van het wettelijk verplicht eigen risico? Bij welke hoogte ontstaat het risico op een negatieve premie uitgaande van een hoger vrijwillig eigen risico?

Vraag 12

Heeft u sinds het uitkomen van de Studiegroep Duurzame Groei in juli 2016 de Europese Commissie de vraag voorgelegd of er sprake is van ongeoorloofde staatssteun als de nominale premie wordt verlaagd? Zo nee, waarom niet?4

Vraag 13

Wat is daarvan de uitkomst, gezien het feit dat bij het publiceren van het rapport van de Studiegroep Duurzame Groei de verwachting was dat de Commissie twee jaar nodig zou hebben om een oordeel te geven?

Vraag 14

Op welke wijzen zou een significante verlaging van de nominale premie mogelijk zijn met lagere risico’s op staatssteun, zonder het eigen risico te verhogen of de uitvoering van de Zvw weg te halen bij private verzekeraars?

Vraag 15

Wordt de mogelijkheid van het verlagen van de nominale premie en het afschaffen van de zorgtoeslag ook betrokken bij de uitvoering van de motie-Bruins/Van Weyenberg over varianten waarbij het toeslagenstelsel verdwijnt?5


X Noot
1

fd.nl, 28 januari 2020, «Schaf de zorgtoeslag af, zonder inkomenseffecten» (https://fd.nl/opinie/1332705/schaf-de-zorgtoeslag-af-zonder-inkomenseffecten).

X Noot
2

Centraal Planbureau, 12 oktober 2017, «Het effect van de hoogte van de nominale premie op de keuze voor een zorgverzekeraar» (https://www.cpb.nl/publicatie/het-effect-van-de-hoogte-van-de-nominale-premie-op-de-keuze-voor-een-zorgverzekeraar).

X Noot
3

Centraal Planbureau, 29 oktober 2012, «Analyse economische effecten financieel kader Regeerakkoord», pagina 17(https://www.cpb.nl/publicatie/analyse-economische-effecten-financieel-kader-regeerakkoord)

X Noot
4

Werkgroep Fiscaliteit, juli 2016, «Rapport werkgroep Fiscaliteit ten behoeve van de Studiegroep Duurzame Groei», pagina 141(https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2016/07/06/rapport-werkgroep-fiscaliteit).

X Noot
5

Kamerstuk 31 066, nr. 558.

Naar boven