Vragen van de leden Belhaj en Groothuizen (beiden D66) en Voordewind (ChristenUnie) aan de Minister van Defensie en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over het bericht «Vluchtelingenwerk bezorgd om uitzetting Afghaanse tolk» (ingezonden 30 september 2019).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Vluchtelingenwerk bezorgd om uitzetting Afghaanse tolk»?1

Vraag 2

Kunt u bevestigen dat een Afghaanse man, die tevens een tolk is geweest voor het Amerikaanse leger in Afghanistan en asiel heeft aangevraagd in Nederland, is afgewezen voor een verblijfsvergunning in Nederland en binnenkort wordt uitgezet?

Vraag 3

Hoe verhoudt deze uitzetting zich tot uw eerdere antwoorden dat «in het algemeen geldt dat iedereen die in Afghanistan voor een tegenstander van de Taliban of van ISIS heeft gewerkt, zich in een kwetsbare positie kan bevinden» en «op 1 maart jl. heeft het Ministerie van Buitenlandse Zaken een algemeen ambtsbericht over Afghanistan uitgestuurd, waarin onder meer wordt ingegaan op de positie van specifieke groepen zoals tolken. In dit ambtsbericht wordt verwezen naar berichten uit internationale media die een soortgelijke dreiging voor tolken beschrijven»?2

Vraag 4

Op welke wijze wordt gewogen of tolken die in Afghanistan hebben gewerkt wel of niet in de categorie vallen van risicogroepen in de zin van paragraaf C2/3.2 van de Vreemdelingencirculaire? Kunt u uw overwegingen hierbij toelichten?

Vraag 5

Waarom is volgens u het enkel kunnen aantonen dat iemand als tolk heeft gediend voor een tegenstander van de Taliban of ISIS niet voldoende om in aanmerking te komen voor een asielvergunning? Kunt u zo concreet en specifiek mogelijk toelichten wanneer wel of geen sprake is van het deel uit maken van een risicogroep in de zin van paragraaf C2/3.2 van de Vreemdelingencirculaire en wanneer voorts een asielvergunning wordt toegekend?

Vraag 6

Deelt u de mening dat tolken, die bijdragen aan de veiligheid van internationale militaire missies en de internationale veiligheid in het algemeen, steun en bescherming van de Nederlandse Staat verdienen? Zo ja, hoe verhoudt dit antwoord zich tot de eerder genoemde asielafwijzing en voorgenomen uitzetting van een tolk die heeft gewerkt voor het Amerikaanse leger in Afghanistan?

Vraag 7

Waarom wordt er onderscheid gemaakt tussen verschillende tolken die in Afghanistan gediend hebben voor het wel of niet toekennen van een asielvergunning in Nederland?3 Waarop is dit onderscheid gebaseerd?

Vraag 8

Waarom krijgt niet elke tolk een asielvergunning indien aangetoond kan worden dat de desbetreffende persoon als tolk in Afghanistan heeft gediend, gelet op het feit dat onder andere het ambtsbericht van het Ministerie van Buitenlandse Zaken van 1 maart jl. wijst op de dreiging voor tolken in Afghanistan?

Vraag 9

Hoeveel Afghaanse tolken hebben een asielverzoek in Nederland ingediend? Hoeveel daarvan zijn toegekend?


X Noot
1

Vluchtelingenwerk bezorgd om uitzetting Afghaanse tolk (NOS, 27-9-2019)

X Noot
2

Antwoorden op schriftelijke vragen van het lid Belhaj (D66), ontvangen op 4 juli 2019; kamerstuknummer 3278

Naar boven