Vragen van de leden Wilders, Fritsma en Emiel vanDijk (allen PVV) aan de Minister en Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over aan allochtonen toe te rekenen kosten op het gebied van woning/huisvesting (sociale huurwoningen, huurtoeslag, subsidies etc.) (ingezonden 19 juli 2019).

Vraag 1

Herinnert u zich de antwoorden van uw ambtsvoorganger op de Kamervragen van het lid Fritsma van 10 jaar geleden – 17 juli 2009 – over de kosten die voortvloeien uit de aanwezigheid van (niet-westerse) allochtonen in Nederland? Bent u bereid deze vragen nu wel van een gedegen inhoudelijk en financieel antwoord te voorzien?1

Vraag 2

Kunt u aangeven welk deel van de aan woning/huisvesting gerelateerde kosten toe zijn te rekenen aan (niet-westerse) allochtonen? Hoe verhouden deze kosten zich tot de relatieve omvang van deze groep in de bevolking?

Vraag 3

Kunt u aangeven welk deel van alle aan wonen/huisvesting gerelateerde kosten toe zijn te rekenen aan (niet-westerse) allochtonen? Hoe verhouden deze kosten zich tot de relatieve omvang van deze groep in de bevolking? Welke rol spelen de leeftijdsopbouw van deze groep en andere relevante zaken als het relatief zware beroep op sociale woningbouw en oververtegenwoordiging van de groep in probleemwijken waar veel geld naartoe gaat, in de aan woning/huisvesting gerelateerde kosten die toe zijn te rekenen aan (niet-westerse) allochtonen?

Vraag 4

Kunt u aangeven welke waardestijging de woningvoorraad in Nederland heeft doorgemaakt door verdere verkrapping van het aanbod vanwege het huisvesten van (niet westerse) allochtonen?

Vraag 5

Hoe verhouden bedoelde kosten zich tot de opbrengsten die bedoelde groep oplevert op het terrein van huisvesting?

Vraag 6

Welke gegevens heeft u betrokken bij de bepaling van bovenstaande?

Vraag 7

Kunt u de kosten uitsplitsen naar: dit jaar, de afgelopen 5 jaar en (geprognosticeerd) het komende jaar en de komende 5 jaar?

Vraag 8

Indien de hier gevraagde kosten niet exact zijn vast te stellen: wat is hier de reden van en kunt u in ieder geval een reële schatting maken? Zo nee, waarom niet?


X Noot
1

Kamerstukken II, vergaderjaar 2008–2009, Aanhangsel van de Handelingen, nr. 3692.

Naar boven