Vragen van het lid Tielen (VVD) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het bericht «Internationaal podium voor Nederlandse startups tijdens Academic Startup Competition» (ingezonden 4 juni 2019).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Internationaal podium voor Nederlandse start-ups tijdens Academic Startup Competition» van 15 mei 2019?1

Vraag 2

Kunt u inzicht geven in het aantal start-ups dat de Nederlandse universiteiten voortbrengen in vergelijking met universiteiten in andere landen in de wereld?

Vraag 3

Hoe beoordeelt u in dat licht de bewering dat Nederlandse universiteiten en instituten meespelen op het hoogste podium met betrekking tot internationale start-ups?

Vraag 4

Welke specifieke aanvullende maatregelen worden deze regeerperiode vanuit het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap genomen om academische start-ups te stimuleren, gezien het feit dat in het regeerakkoord is aangegeven dat «start-ups en publiek-private samenwerkingen tussen academische instellingen en het midden- en kleinbedrijf worden gestimuleerd»?2

Vraag 5

Op welke manier heeft u tot nu toe invulling gegeven aan de aanbeveling uit de Eindevaluatie valorisatieprogramma 2010–2018 met betrekking tot het sluiten van een valorisatiepact?

Vraag 6

Kunt u aangeven op welke manier u, in samenwerking met de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, de regeerakkoordmiddelen van 400 miljoen euro voor onderzoek en innovatie aanwendt voor valorisatie en de stimulering van academische start-ups?

Vraag 7

Deelt u de mening van prins Constantijn van Oranje dat «het een kunst zal zijn volgend jaar een nieuwe lijst van academische start-ups op te stellen», zoals hij zei tijdens de Academic Startup Competition? Zo ja, hoe wilt u academische start-ups stimuleren? Bent u voornemens om – in samenwerking met de VSNU – ervoor te zorgen dat de pijplijn van academische start-ups gevuld kan blijven worden met nieuwe uitvindingen en bedrijven? Zo ja, hoe wilt u dat concreet doen?

Naar boven