Vragen van het lid Özdil (GroenLinks) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de wetenschapsvisie van de Minister «Nieuwsgierig en betrokken – de waarde van wetenschap» (ingezonden 7 februari 2019).

Vraag 1

Waarom kiest u ervoor om in de wetenschapsvisie slechts twee zinnen te wijden aan de breed aangenomen motie-Özdil om de inbeddingsgarantie zo in te richten dat de wetenschappelijke vrijheid en onafhankelijkheid van onderzoekers gewaarborgd blijft, zonder verder enige uitvoering te geven aan de motie?1 2

Vraag 2

Heeft u contact opgenomen met betrokken partijen, zoals de Jonge Akademie of het Promovendi Netwerk Nederland, om uitvoering te geven aan de voornoemde motie?

Vraag 3

Deelt u de mening dat uw redenering dat «onderzoekers er (...) altijd voor kunnen kiezen om hun onderzoek bij een andere instelling te verrichten dan waar zij op dat moment werkzaam zijn en daar een inbeddingsgarantie verkrijgen» geen argument is om de voornoemde motie niet uit te voeren, vanwege het feit dat het aanvragen van een inbeddingsgarantie buiten de eigen instelling geen reëel alternatief biedt omdat dit onderzoekers noopt bij een andere instelling net zo goed goedkeuring te vragen?

Vraag 4

Welke vervolgstappen gaat u nemen om alsnog uitvoering te geven aan de voornoemde motie?

Vraag 5

Bent u bereid om er in ieder geval voor te zorgen dat afgegeven inbeddingsgaranties standaard worden getoetst door een onafhankelijke partij?

Vraag 6

Kunt u bovenstaande vragen uiterlijk ruim vóór het eerstvolgende algemeen overleg Wetenschapsbeleid op 7 maart 2019 beantwoorden?


X Noot
1

Wetenschapsbrief «Nieuwsgierig en betrokken – de waarde van wetenschap», 28 januari 2019.

X Noot
2

Kamerstuk 29 338, nr. 169.

Naar boven