Vragen van het lid Van Dam (CDA) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over de verdeling van extra politiecapaciteit binnen de politie-eenheid Midden-Nederland (ingezonden 29 oktober 2018).

Vraag 1

Bent u bekend met de bijgevoegde brief van «De driehoek Midden-Nederland» aan de leden van het Regionaal Veiligheidscollege, gedateerd 27 juni 2018?

Vraag 2

Deelt u de mening dat in deze brief wordt verwoord dat de extra politieformatie die aan de eenheid Midden-Nederland op basis van het Regeerakkoord is toegekend (55 fte) niet wordt aangewend om de basisteams feitelijk met extra personeel te versterken?

Vraag 3

Huldigt u nog steeds uw standpunt, zoals verwoord in uw brief aan de kamer van 15 juni 2018, dat de extra formatie (1.111 fte) die vanuit het Regeerakkoord naar de politie vloeit voor een belangrijk deel (769 fte) aangewend zal worden om het werk in de wijk (lees: de basisteams) te versterken?1

Vraag 4

Kunt u zich voorstellen dat de keuze zoals gemaakt in de eenheid Midden-Nederland wordt ervaren als in strijd met uw beleid en ambitie, zoals verwoord in bovengenoemde brief, zeker gezien uw bevestiging in antwoord op schriftelijke vragen van het lid Den Boer (D66)?2 Speelt in de eenheid Midden-Nederland niet de nood ten aanzien van de operationele sterkte in de basisteams, die in nagenoeg alle andere eenheden wel pregnant ervaren wordt?

Vraag 5

Kunt u aangeven hoe de andere politie-eenheden omgegaan zijn met het daadwerkelijk toewijzen van (gedeelten van) de extra formatie aan de basisteams? Kunt u hier een overzicht van geven?

Vraag 6

Hebt u de juridische mogelijkheden om te bepalen hoe (extra) formatie wordt toegedeeld binnen een eenheid van de politie, of ligt die bevoegdheid bij de regioburgemeester van zo’n eenheid? Hebt u mogelijkheden om ten aanzien van de eenheid Midden-Nederland alsnog te bepalen dat de extra formatie (conform de eerder door u aan de Kamer geschetste kaders) alsnog aan de basisteams wordt toegevoegd? Zo ja, bent u bereid dat alsnog te doen?

Vraag 7

Wilt u deze vragen beantwoorden voor de behandeling van de begroting van het Ministerie van Justitie en Veiligheid voor het jaar 2019?


X Noot
1

Kamerstuk 29 628, nr. 784.

X Noot
2

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2017–2018, nr. 3220.

Naar boven