Vragen van de leden Lodders (VVD) en Geurts (CDA) aan de Minister van Landbouw Natuur en Voedselkwaliteit over verbod op het gebruik van de sleepvoet (ingezonden 11 juni 2018).

Vraag 1

Heeft u het in 2016 aangekondigde verbod op het gebruik van de sleepvoet heroverwogen? Zo ja, op welke wijze? Zo nee, waarom niet?1

Vraag 2

Bent u zich ervan bewust dat met het verbod op het gebruik van de sleepvoetbemester naar alternatieve systemen gezocht moet worden voor het bemesten met drijfmest van grasland op veen en klei?

Vraag 3

Welke alternatieven zijn er volgens u?

Vraag 4

Kunt u toelichten wat de gevolgen van het gebruik van deze alternatieven zijn voor de verschillende grondsoorten?

Vraag 5

Bent u ermee bekend dat alternatieve vormen van mestaanwending op sommige grondsoorten haaks staan op uw beleid om het scheuren van grasland tegen te gaan?

Vraag 6

Kunt u aangeven of, en hoe, er bij het maken van de afweging van het verbod van de sleepvoetbemester alleen gekeken is naar de effecten met betrekking tot Natura 2000 of ook naar de gevolgen van het gebruik van andere technieken voor bijvoorbeeld de grond en het bodemleven?

Vraag 7

Waarom kondigt u aan dat als de controleerbaarheid van alternatieve systemen niet geborgd is het verbod toch van kracht wordt? Hoe houdt u rekening met een goede landbouwpraktijk?

Vraag 8

Wie is verantwoordelijk voor de borging van mogelijke alternatieven en welke rol heeft u daarbij?

Vraag 9

Kunt u aangeven welke voordelen deze nieuwe systemen hebben voor bemesten van bedrijven die de koeien weiden? Kunt u de onderzoeksresultaten daarover naar de Kamer sturen?

Vraag 10

Welke afwegingen liggen ten grondslag aan de beslissing een uitzondering te maken voor de sleepvoetbemester met sleepslangsysteem aangezien aan deze uitzondering ook nadelen kleven (zo is voor dit systeem veel extra water nodig en zware machines die soms ook bij natte weersomstandigheden over het land moeten rijden)? Bent u bereid deze onderbouwing met de Kamer te delen? Zo nee, waarom niet?2

Vraag 11

Klopt het dat aan alternatieven de eis gesteld wordt dat de mest na toedienen niet meer zichtbaar mag zijn? Zo ja, wat is hiervan de onderbouwing?


X Noot
1

Kamerstuk 33 037, nr. 286.

X Noot
2

Kamerstuk 33 037, nr. 286.

Naar boven