Vragen van de leden Becker en Koopmans (beiden VVD) aan de Ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, van Justitie en Veiligheid en van Buitenlandse Zaken over het bericht dat de Turkse president Erdogan campagne wil voeren in het buitenland voor de Turkse presidents- en parlementsverkiezingen in juni (ingezonden 15 mei 2018).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Erdogan wil in buitenland campagne voeren voor Turkse verkiezingen»?1

Vraag 2

Kunt u aangeven of bij de Nederlandse overheid inmiddels bekend is waar en wanneer de Turkse president voornemens is campagne te voeren voorafgaand aan de verkiezingen in Turkije op 24 juni 2018?

Vraag 3

Herinnert u zich de ongeregeldheden in Rotterdam in 2016 in reactie op de coup in Turkije en de onrust die ontstond toen in 2017 de komst van een Turkse Minister naar Nederland werd aangekondigd?

Vraag 4

Deelt u de mening dat alles in het werk gesteld moet worden – mocht de Turkse president voornemens zijn campagne te voeren in Nederland – dit (in samenwerking met het lokaal gezag) te voorkomen, zeker met het oog op het voorkomen van verstoring van de openbare orde? Zo nee, wat staat daaraan in de weg?

Vraag 5

Deelt u de mening dat het onwenselijk is dat Turkije middels herhaaldelijke beïnvloeding in Nederland met politieke standpunten die niet gericht zijn op een open democratie, buitenlandse conflicten naar Nederland exporteert, de zogeheten Turkse lange arm in stand houdt en daarmee integratie tegenwerkt?

Vraag 6

Welke mogelijkheden ziet u, bijvoorbeeld middels het formuleren van een contrastrategie2, om Turkse bemoeienis jegens Nederlanders met een Turkse achtergrond tegen te gaan?

Vraag 7

Bent u bekend met de beschrijving in vermeld nieuwsartikel dat het in Duitsland bij wet verboden is voor politici van buiten de Europese Unie om binnen drie maanden voorafgaand aan verkiezingen campagne te voeren en zou u hierop kunnen reflecteren?

Vraag 8

In hoeverre zou dergelijke wet- en/of regelgeving ook in Nederland denkbaar kunnen zijn?

Vraag 9

Bent u bereid om onderzoek te doen naar de toepasbaarheid van dergelijke wetgeving om zo naast het lokaal gezag ook de regering meer instrumenten in handen te geven teneinde ongewenste (campagne)bezoeken te voorkomen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 10

Bent u bereid om in de hierboven verzochte verkenning te putten uit aanknopingspunten in wet- en regelgeving van andere Europese lidstaten, bijvoorbeeld Duitsland of Oostenrijk, teneinde vaart te maken ongewenste bezoeken van politici tegen te kunnen gaan? Zo nee, waarom niet?

Vraag 11

Wanneer kan de Kamer het hierboven verzochte onderzoek tegemoetzien?

Naar boven