Vragen van de leden Becker en Koopmans (beiden VVD) aan de Ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, van Justitie en Veiligheid en van Buitenlandse Zaken over het bericht dat de Turkse president Erdogan campagne wil voeren in het buitenland voor de Turkse presidents- en parlementsverkiezingen in juni (ingezonden 15 mei 2018).

Antwoord van Minister Koolmees (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) en van Minister Blok (Buitenlandse Zaken), mede namens de Ministers van Justitie en Veiligheid en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (ontvangen 28 juni 2018)

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Erdogan wil in buitenland campagne voeren voor Turkse verkiezingen»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Kunt u aangeven of bij de Nederlandse overheid inmiddels bekend is waar en wanneer de Turkse president voornemens is campagne te voeren voorafgaand aan de verkiezingen in Turkije op 24 juni 2018?

Antwoord 2

President Erdogan heeft op zondag 20 mei deelgenomen aan een verkiezingsbijeenkomst in Sarajevo, Bosnië en Herzegovina. Er zijn op dit moment geen andere verkiezingsbijeenkomsten buiten Turkije bekend waar President Erdogan aanwezig zal zijn.

Vraag 3

Herinnert u zich de ongeregeldheden in Rotterdam in 2016 in reactie op de coup in Turkije en de onrust die ontstond toen in 2017 de komst van een Turkse Minister naar Nederland werd aangekondigd?

Antwoord 3

Ja.

Vraag 4

Deelt u de mening dat alles in het werk gesteld moet worden – mocht de Turkse president voornemens zijn campagne te voeren in Nederland – dit (in samenwerking met het lokaal gezag) te voorkomen, zeker met het oog op het voorkomen van verstoring van de openbare orde? Zo nee, wat staat daaraan in de weg?

Antwoord 4

Gezien de huidige omstandigheden in de bilaterale relatie tussen onze landen acht het Kabinet een bezoek van leden van de Turkse regering niet gewenst.

Gegeven het bovenstaande geldt overigens ten aanzien van overige campagneactiviteiten ten behoeve van de Turkse parlements- en presidentsverkiezingen in Nederland, dat de uiteindelijke afweging en besluitvorming over het toestaan van dergelijke activiteiten in het algemeen bij het lokaal bevoegd gezag ligt. Het Kabinet heeft met het oog hierop de 21 gemeenten met een grote Turks Nederlandse gemeenschap geïnformeerd over de lijn van het Kabinet ten aanzien van de vervroegde Turkse verkiezingen.2

Nederland staat toe dat de Turkse autoriteiten voor Turkse stemgerechtigden in Nederland stemlokalen openen om te stemmen voor de Turkse parlements- en presidentsverkiezingen van 24 juni 2018. Dit is gebruikelijk en past binnen de inzet om democratische processen te bevorderen.

Vraag 5 en 6

Deelt u de mening dat het onwenselijk is dat Turkije middels herhaaldelijke beïnvloeding in Nederland met politieke standpunten die niet gericht zijn op een open democratie, buitenlandse conflicten naar Nederland exporteert, de zogeheten Turkse lange arm in stand houdt en daarmee integratie tegenwerkt?

Welke mogelijkheden ziet u, bijvoorbeeld middels het formuleren van een contrastrategie3, om Turkse bemoeienis jegens Nederlanders met een Turkse achtergrond tegen te gaan?

Antwoord 5 en 6

Het staat Turkije vrij banden te onderhouden met Turken die in het buitenland wonen, mits dit geschiedt op basis van vrijwilligheid. Een dergelijke internationaal geaccepteerde diasporapolitiek is ook in Nederland toegestaan, zolang deze past binnen de grenzen van onze rechtsstaat en de participatie van Nederlanders met een Turkse achtergrond niet belemmert.

Dit betekent dat de Turkse autoriteiten zich moeten onthouden van ongewenste bemoeienis met de keuzes die Nederlandse burgers maken. Wanneer het Kabinet constateert dat de Turkse diasporapolitiek de grenzen van onze rechtsstaat overschrijdt dan wel participatie van Nederlanders met een Turkse achtergrond belemmert, zal het Kabinet niet aarzelen de Turkse autoriteiten hier op aan te spreken. Dit is bijvoorbeeld gebeurd in het geval van de uitspraken van de Diyanet-attaché in december 2016, waarna de Turkse autoriteiten de attaché hebben teruggehaald naar Turkije.

Vraag 7

Bent u bekend met de beschrijving in vermeld nieuwsartikel dat het in Duitsland bij wet verboden is voor politici van buiten de Europese Unie om binnen drie maanden voorafgaand aan verkiezingen campagne te voeren en zou u hierop kunnen reflecteren?

Antwoord 7

Ja. Het betreft overigens niet een wet, maar een Duitse notificatie aan niet-EU-ambassades waarin staat dat campagne-activiteiten van buitenlandse «ambtsdragers» uit niet-EU-landen, in de laatste 3 maanden voor verkiezingen, in principe niet worden toegestaan. In feite is deze notificatie gebaseerd op het soevereiniteitsbeginsel, waaruit voortvloeit dat landen de uitoefening van officiële functies door personen uit derde landen op eigen grondgebied mogen verbieden.

Vraag 8, 9, 10 en 11

In hoeverre zou dergelijke wet- en/of regelgeving ook in Nederland denkbaar kunnen zijn?

Bent u bereid om onderzoek te doen naar de toepasbaarheid van dergelijke wetgeving om zo naast het lokaal gezag ook de regering meer instrumenten in handen te geven teneinde ongewenste (campagne)bezoeken te voorkomen? Zo nee, waarom niet?

Bent u bereid om in de hierboven verzochte verkenning te putten uit aanknopingspunten in wet- en regelgeving van andere Europese lidstaten, bijvoorbeeld Duitsland of Oostenrijk, teneinde vaart te maken ongewenste bezoeken van politici tegen te kunnen gaan? Zo nee, waarom niet?

Wanneer kan de Kamer het hierboven verzochte onderzoek tegemoetzien?

Antwoord 8, 9, 10 en 11

Binnen de aanpak ongewenste buitenlandse inmenging4, zal het Kabinet in de komende periode nader verkennen in hoeverre het wenselijk is om een algemene lijn wat betreft campagne-activiteiten door buitenlandse politici uit niet-EU-landen op te stellen. Hierbij zal het Kabinet ook verder reflecteren op de Duitse notificatie.


X Noot
2

De volgende gemeenten zijn geïnformeerd over de lijn van het kabinet ten aanzien van de vervroegde Turkse verkiezingen: Almere, Almelo, Amersfoort, Amsterdam, Apeldoorn, Arnhem, Bergen op Zoom, Den Haag, Deventer, Dordrecht, Enschede, Haarlem, Hengelo, Hoorn, Nijmegen, Roermond, Rotterdam, Schiedam, Utrecht, Venlo en Zaanstad.

X Noot
3

Kamerstuk 32 824, nr. 163

X Noot
4

Kamerbrief inzake ongewenste buitenlandse inmenging. Kamerstuk 30821–42, d.d. 16 maart 2018.

Naar boven