Vragen van het lid Nijboer (PvdA) aan de Staatssecretaris van Financiën over de fiscale behandeling van compensatie van schade door aardbevingen. (ingezonden 4 mei 2018)

Vraag 1

Kent u de brief van kandidaat-notaris Straatman?1

Vraag 2

Wat is uw reactie op de voorstellen in de brief?

Vraag 3

Deelt u de mening dat het niet uit te leggen is dat mensen vermogensrendementsheffing in box 3 zouden moeten betalen als zij slechts een mogelijke schadevergoeding in het vooruitzicht hebben, terwijl het 1] volstrekt onduidelijk is of mensen een vergoeding krijgen, 2] onduidelijk is wat de hoogte ervan is als deze vergoeding wordt toegekend en 3] er betaald zou moeten worden terwijl het geld nog niet op de rekening staat?

Vraag 4

Deelt u de mening dat het om grote bedragen kan gaan – de schades aan huizen zijn soms immers enorm – waardoor het naast onredelijk voor mensen ook praktisch niet op te brengen is?

Vraag 5

Wat vindt u van de suggestie dat mensen gedurende een reëel tijdvak sowieso niet geconfronteerd zouden moeten worden met belastingheffing over het vermogen; er moeten immers aannemers en soms ook architecten worden gezocht en het is toch onredelijk mensen in de tussentijd voor de compensatie fiscaal aan te slaan?

Vraag 6

Bent u bereid uw standpunt in de beantwoording op eerdere Kamervragen2 te heroverwegen en toch een specifiek fiscaal beleidsbesluit te nemen dat Groningers met schade tegemoet komt en onzekerheden wegneemt?


X Noot
1

Brief onderhands meegezonden

X Noot
2

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2017–2018, nr. 1720

Naar boven