Vragen van de leden Özütok en Özdil (beiden GroenLinks) aan de Minister en Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het bericht «Callgirl voor Albert Heijn» (ingezonden 12 maart 2018).

Vraag 1

Kent u het bericht «Callgirl voor Albert Heijn»?1

Vraag 2

Deelt u de mening dat de praktijken, zoals die in het artikel worden omschreven (intimidatie, onbetaalde oproepdiensten, onwerkbare roosters), neigen naar uitbuiting? Zo nee, waarom niet?

Vraag 3

Is de werkomgeving in de distributiecentra van Albert Heijn wel veilig (zowel fysiek als sociaal)? Controleert de Inspectie SZW hier voldoende op?

Vraag 4

Weten werknemers waar zij melding kunnen doen van onveilige situaties? Zijn er meldingen geweest? Wat was de aard van deze meldingen? Wat is er gebeurd met deze meldingen? Wat kan de Inspectie SZW doen om de meldingsbereidheid van deze werknemers te vergroten?

Vraag 5

Wat vindt u ervan dat OTTO (het betreffende uitzendbureau) meer huur inhoudt op het loon dan wettelijk toegestaan is? Wordt hiermee de Wet Aanpak Schijnconstructies overtreden? Zo ja, gaat de Inspectie SZW hier op handhaven?

Vraag 6

Is hier sprake van een overtreding van de Wet Allocatie Arbeidskrachten door Intermediairs (WAADI)? Zo ja, gaat de Inspectie SZW hier op handhaven?

Vraag 7

Deelt u de mening dat dit het zoveelste voorbeeld is van onwenselijke concurrentie op arbeidsvoorwaarden? Zo ja, wat gaat u hieraan doen? Zo nee, waarom niet?

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Jasper van Dijk (SP), ingezonden 12 maart 2018 (vraagnummer 2018Z04281).


X Noot
1

De Groene Amsterdammer, 7 maart 2018; https://www.groene.nl/artikel/callgirl-voor-albert-heijn

Naar boven