Vragen van het lid Van der Molen (CDA) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de verengelsing in het hoger onderwijs (ingezonden 21 februari 2018).

Vraag 1

Bent u bekend met de recente berichtgeving over het onderwerp verengelsing in het hoger onderwijs in de nieuwsmedia, zoals «Engels moet voertaal TU/e worden»1

Vraag 2

Hoe verhoudt de strekking van bovengenoemd artikel zich tot uw reactie in het schriftelijk overleg over Nederlands-Engels in het hoger onderwijs, waarin u vermeldt dat «er nauwelijks dwingende redenen zijn om bijvoorbeeld in de bestuurlijke verhoudingen en de medezeggenschap binnen een instelling uitsluitend het Engels te hanteren»?2

Vraag 3

Welke medezeggenschapsorganen zijn betrokken bij de keuze voor de voertaal van de opleiding? Kunt u toelichten welke medezeggenschapsorganen op welke onderdelen hiervan instemmingsrecht, dan wel adviesrecht hebben? Kunt u inzichtelijk maken hoe dit in de praktijk vormgegeven wordt?

Vraag 4

Klopt het dat het invoeren van een niet-Nederlandse voertaal onderdeel dient te zijn van de gedragscode, zoals bedoeld in artikel 7.2.c. van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek?

Vraag 5

Welke medezeggenschapsorganen zijn betrokken bij het opstellen van de gedragscode? Kunt u toelichten welke medezeggenschapsorganen op welke onderdelen hiervan instemmingsrecht dan wel adviesrecht hebben? Kunt u inzichtelijk maken hoe dit in de praktijk vormgegeven wordt?

Vraag 6

Deelt u de mening dat het van belang is dat studenten en personeel instemmingsrecht hebben op een zodanig verstrekkend besluit? Indien dit instemmingsrecht nog niet wettelijk is vastgelegd, bent u bereid de centrale medezeggenschap hierop instemmingsrecht te verschaffen?

Vraag 7

Bent u bereid bovenstaande vragen te beantwoorden voor het algemeen overleg inzake Nederlands-Engels in het hoger onderwijs?


X Noot
2

https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2017/12/20/reactie-op-schriftelijk-overleg-over-nederlands-engels-in-het-hoger-onderwijs; Beantwoording van vragen en opmerkingen over de brief van de Minister d.d. 11 juli 2017 over de Verkenning van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) Nederlands-Engels in het hoger onderwijs (Kamerstuk 31 288, nr. 594).

Naar boven