Vragen van het lid Van Raan (PvdD) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het artikel «Zo maken we het basisinkomen werkelijkheid» (ingezonden 28 november 2017).

Vraag 1

Bent u bekend met het artikel «Zo maken we het basisinkomen werkelijkheid»?1

Vraag 2

Deelt u de mening dat op basis van het artikel gesteld kan worden dat er niet een vorm van basisinkomen bestaat? En onderkent u hiermee dat het te kort door de bocht zou zijn om te stellen dat het basisinkomen al is besproken binnen de Tweede Kamer en onderzocht door het Centraal Planbureau (CPB), zodat verder onderzoek naar alternatieven onnodig is?2

Vraag 3

Deelt u de mening dat tot op heden de vorm van basisinkomen, zoals in het artikel aangedragen wordt, nog niet binnen de Tweede Kamer is onderzocht?3

Vraag 4

Kunt u aangeven hoe de Participatiewet bijdraagt aan het terugdringen van de grote groep arme werkenden in Nederland die onder de armoedegrens leeft?4 Vindt u dat deze wettelijke verantwoordelijkheid in de Participatiewet verankerd zou moeten zijn? Zo nee, waar ligt deze wettelijke verantwoordelijkheid dan wel?

Vraag 5

Klopt het, zoals wordt voorgesteld in het artikel, dat de basiszekerheid, welke niet de arbeidsparticipatie tracht te vergroten maar om een leven zonder armoede een recht te maken in plaats van een gunst, losstaat van de Participatiewet? Zo nee, kunt u dit toelichten?

Vraag 6

Klopt het dat de Participatiewet, ondanks het tijdelijk besluit experimenten Participatiewet (Stb. 2017, 69), en de Tijdelijke regeling experimenten Participatiewet (Stcrt. 2017, 10881), experimenten met een basisinkomen of basiszekerheid in de weg staat? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?

Vraag 7

Klopt het dat alleen gemeenten die de Participatiewet naar de letter uitvoeren mogen gaan meedoen aan de experimenten met de bijstand? Geldt dit ook voor experimenten met een basisinkomen of basiszekerheid?

Vraag 8

Hoeveel gemeenten hebben in de afgelopen vijf jaren een verzoek ingediend om te experimenteren met een basisinkomen of basiszekerheid? Hoeveel daarvan hebben doorgang gekregen? Hoeveel daarvan zijn omgezet in een experiment met de bijstand? Wordt de omzetting in een experiment met de bijstand door u en de betrokkenen vanuit de gemeenten gezien als een volwaardig alternatief? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?

Vraag 10

Deelt u de mening dat het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, los van de verhoging van de arbeidsparticipatie en meer betaald werk, een breed scala aan mogelijkheden heeft om doelen na te streven om Nederland in brede zin welvarender te maken, zoals het ontplooien van maatschappelijke activiteiten door meer vrije tijd voor vrijwilligerswerk, innovatie en de zorg voor het gezin en/of anderen?

Vraag 11

Bent u bereid om experimenten met een basiszekerheid of basisinkomen door gemeenten toe te staan om het aantal mensen dat in Nederland in armoede leeft terug te dringen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 12

Bent u bereid om experimenten met een basisinkomen door gemeenten toe te staan om Nederland in brede zin welvarender te maken? Zo nee, waarom niet?


X Noot
3

«gegarandeerde basisinkomen. Of zoals economen het noemen: de negatieve inkomstenbelasting. Dit klinkt weer ingewikkeld, maar het is best eenvoudig. Op dit moment moet iedere werkende Nederlander belasting betalen. Met een negatieve inkomstenbelasting zou het ook de andere kant op werken. Verdien je niet genoeg om boven de armoedegrens uit te komen? Dan maak je geen geld over naar de Belastingdienst, maar maakt de Belastingdienst geld over naar jou.»

Naar boven