Vragen van het lid Van der Staaij (SGP), De Roon (PVV), Ten Broeke (VVD) en Voordewind (ChristenUnie) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over het besluit van Unesco over de Oude Stad van Hebron (ingezonden 11 juli 2017).

Vraag 1

Kent u het bericht «Israël woedend over opstelling Unesco rond grot Machpela»?1

Vraag 2

In hoeverre doet dit besluit van Unesco (de VN-organisatie voor Onderwijs, Wetenschap en Cultuur) volgens u recht – of onrecht – aan de Joodse religieuze en culturele geschiedenis in de stad Hebron?

Vraag 3

Heeft u begrip voor de Israëlische verbolgenheid over het ontbreken van een melding over de Joodse geschiedenis in de stad?

Vraag 4

Deelt u de mening van de Amerikaanse VN-ambassadeur Haley dat dit besluit een «belediging aan de geschiedenis» is,2 en deelt u de zorg van de indieners dat dergelijke besluiten een onvolledig en onwaarachtig beeld verspreiden over de Joodse geschiedenis?

Vraag 5

Welke gevolgen verwacht u dat dit soort besluiten heeft voor de onpartijdigheid, de legitimiteit en het aanzien van Unesco?

Vraag 6

Bent u er van op de hoogte dat diverse landen, waaronder de Verenigde Staten, dat momenteel geen zitting heeft in het werelderfgoed-comité van Unesco, tegen het besluit hebben geprotesteerd? Is Nederland eveneens bereid protest aan te tekenen?


X Noot
1

«Israël woedend over opstelling Unesco rond grot Machpela,» Reformatorisch Dagblad, 9 juli 2017

Naar boven