Vragen van het lid Diertens (D66) aan de Ministers van Veiligheid en Justitie en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de berichtgeving dat matchfixing toeneemt in Nederland (ingezonden 23 juni 2017).

Vraag 1

Wat is uw reactie op het bericht van de NOS waarin de Koninklijke Nederlandse Voetbalbond (KNVB) aangeeft dat de huidige regels omtrent matchfixing niet voldoende zijn?1

Vraag 2

Bent u bekend met de aanbevelingen die in het rapport «Matchfixing in Nederland» naar voren komen?2

Vraag 3

Op wat voor manier heeft u uitvoering gegeven aan het in 2013 verschenen rapport van «Matchfixing in Nederland»?

Vraag 4

Bent u van mening dat de aanbevelingen die in het rapport worden gedaan, namelijk het uitbreiden van artikel 326 van het Wetboek van Strafrecht (Sr.) en artikel 328ter Sr. een betere manier zijn om matchfixing tegen te gaan dan een volledig nieuwe wet te implementeren? Kunt u uw antwoord toelichten?

Vraag 5

Waar wordt in internationaal verband op ingezet om het toenemende risico op matchfixing tegen te gaan?

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Van Nispen (SP), ingezonden 16 juni 2017 (vraagnummer 2017Z08419).

Naar boven