Vragen van het lid Diertens (D66) aan de Ministers van Veiligheid en Justitie en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de berichtgeving dat matchfixing toeneemt in Nederland (ingezonden 23 juni 2017).

Antwoord van Minister Blok (Veiligheid en Justitie), mede namens de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (ontvangen 11 juli 2017).

Vraag 1

Wat is uw reactie op het bericht van de NOS waarin de Koninklijke Nederlandse Voetbalbond (KNVB) aangeeft dat de huidige regels omtrent matchfixing niet voldoende zijn?1

Antwoord 1

In het bewuste bericht wordt de wens van de KNVB belicht tot invoering van een speciaal wetsartikel dat tot zwaardere straffen voor matchfixing zal leiden. In mijn antwoord op eerdere Kamervragen over matchfixing heb ik aangegeven dat de huidige wetgeving voldoende mogelijkheden biedt tot vervolging. Ik verwijs naar het antwoord op vraag 11 van het lid Van Nispen (SP), dat ik tegelijkertijd met de antwoorden op deze vragen naar uw Kamer stuur2.

Vraag 2

Bent u bekend met de aanbevelingen die in het rapport «Matchfixing in Nederland» naar voren komen?3

Antwoord 2

Ja.

Vraag 3

Op wat voor manier heeft u uitvoering gegeven aan het in 2013 verschenen rapport van «Matchfixing in Nederland»?

Antwoord 3

De aanbevelingen in het rapport hebben vooral betrekking op het verbeteren van de samenwerking tussen partijen en aanvullende maatregelen op het terrein van de sport. Wat de samenwerking betreft wordt in het rapport onder andere geadviseerd om twee verschillende platforms in te richten, een voor het delen van beleidsinformatie en een voor het delen van operationele informatie.

In dit kader is het Nationaal Platform Matchfixing ingesteld waar diverse signalen en andere informatie gedeeld kunnen worden, mits het geen persoonsgegevens of opsporingsinformatie betreft. Laatstbedoelde informatie wordt besproken in het signalenoverleg dat periodiek bijeen komt om signalen van sportfraude waaronder mogelijk matchfixing te bespreken. Naast het operationele platform is een strategisch beraad matchfixing ingesteld. Het doel van dit platform is om de aanpak van matchfixing te besturen, toe te zien op goede informatiedeling en samenwerking te realiseren tussen betrokken partijen.

De aanvullende maatregelen op het terrein van de sport hebben vooral betrekking op preventie en aanpassing van de reglementen waardoor matchfixing wordt tegengegaan. De sport heeft daar invulling aan gegeven door onder meer de inrichting van het vertrouwensloket in de sport en de ontwikkeling van preventieve en educatieve maatregelen op het brede terrein van integriteit.

Voor de overige maatregelen verwijs ik naar de antwoorden op de vragen 3,4,8,9,10 en 12 van het lid Van Nispen (SP)4.

Vraag 4

Bent u van mening dat de aanbevelingen die in het rapport worden gedaan, namelijk het uitbreiden van artikel 326 van het Wetboek van Strafrecht (Sr.) en artikel 328ter Sr. een betere manier zijn om matchfixing tegen te gaan dan een volledig nieuwe wet te implementeren? Kunt u uw antwoord toelichten?

Antwoord 4

Ik verwijs naar het antwoord op vraag 11 van het lid Van Nispen (SP)5.

Vraag 5

Waar wordt in internationaal verband op ingezet om het toenemende risico op matchfixing tegen te gaan?

Antwoord 5

Ik verwijs naar het antwoord op vraag 10 van het lid Van Nispen (SP)6.

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Van Nispen (SP), ingezonden 16 juni 2017 (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2016–2017, nr. 2295).


X Noot
2

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2016–2017, nr. 2295.

X Noot
4

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2016–2017, nr. 2295.

X Noot
5

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2016–2017, nr. 2295.

X Noot
6

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2016–2017, nr. 2295.

Naar boven