Vragen van het lid Van den Hul (PvdA) aan de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de Inspectie van het Onderwijs (onderwijsinspectie) die geen bevoegdheid zou hebben «om toe te zien op de inhoudelijke kwaliteit van examens» (ingezonden 23 juni 2017).

Vraag 1

Hoe beoordeelt u de conclusie van de onderwijsinspectie dat het College voor Toetsen en Examens signalen van een docent over het vwo-examen Frans op een correcte wijze heeft afgehandeld?1

Vraag 2

Hoe beziet u dat de onderwijsinspectie zich in haar analyse beperkt tot de procedurele kant van de zaak, terwijl de Kamer al in juli 2014 de regering heeft verzocht om de onderwijsinspectie een uitdrukkelijke rol te geven bij de beoordeling van de validiteit van de centrale examens?2

Vraag 3

Vindt u het ten principale wenselijk dat uiteindelijk het College voor Toetsen en Examens de enige instantie is die haar eigen werk beoordeelt op validiteit? Zo ja, waarom dient de onderwijsinspectie dan de gehele keten van het onderwijs te beoordelen, maar moet uitgerekend de afsluiting van het voortgezet onderwijs bij de centrale examinering buiten haar beschouwing blijven? Zo nee, wat gaat u dan ondernemen om de onderwijsinspectie hierbij alsnog de benodigde bevoegdheid te verlenen?

Vraag 4

Kunt u deze vragen beantwoorden vóórafgaand aan het nog te plannen algemeen overleg over de examens?


X Noot
1

«Afhandeling signaal over examen door CvTE correct verlopen» (Nieuwsbericht 16 juni 2017, https://www.onderwijsinspectie.nl/actueel/nieuws/2017/06/16/afhandeling-signaal-over-examen-door-cvte-correct-verlopen)

X Noot
2

Motie van het lid Jadnanansing, Kamerstuk 33 905, nr. 7.

Naar boven