Vragen van de leden Groothuizen en Sjoerdsma (beiden D66) aan de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie en de Minister van Buitenlandse Zaken over het bericht «Organisaties: Nederland doet te weinig voor Tsjetsjeense homo’s» (ingezonden 16 juni 2017).

Vraag 1

Wat is uw reactie op het bericht «Organisaties: Nederland doet te weinig voor Tsjetsjeense homo’s»?1

Vraag 2

Wanneer heeft Nederland deze kwestie aangekaart bij de secretaris-generaal van de Verenigde Naties en de VN-Hoge Commissaris voor de Mensenrechten? Wat voor concrete resultaten zijn hieruit voortgevloeid en wat zijn de vervolgstappen?

Vraag 3

Klopt het dat Nederland opvang voor Tsjetsjeense LHBTI’ers (lesbische vrouwen, homoseksuelen, biseksuelen, transgenders en interseksen) heeft gefinancierd in Rusland? Om wat voor opvangcentra gaat dit? Door wie wordt deze opvang verzorgd en hoe wordt er toezicht gehouden op de omstandigheden?

Vraag 4

In welke mate biedt de Nederlandse ambassade ondersteuning aan bedreigde Tsjetsjeense LHBTI’ers?

Vraag 5

Klopt het bericht dat de Nederlandse ambassade de Oezbeeks-Russische homoseksuele journalist Choedoberdi Noermatov in februari heeft weggestuurd bij de Nederlandse ambassade in Moskou toen hij om hulp vroeg om Rusland te verlaten? Wat is uw reactie daarop?

Vraag 6

Kunt u aangeven hoeveel Tsjetsjeense LHBTI’ers al in Nederland asiel hebben aangevraagd en in hoeveel gevallen dat ingewilligd is?

Vraag 7

Bent u bereid de Russische autoriteiten aan te spreken op de behandeling van Tsjetsjeense LHBTI’ers, zowel bilateraal als in EU-verband?

Naar boven