Vragen van het Van Nispen (SP) aan de Minister van Veiligheid en Justitie over de slechte kwaliteit van NFI-rapporten (ingezonden 2 juni 2017).

Vraag 1

Wat is uw reactie op het bericht dat rapporten van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) regelmatig terugkerende problemen kennen?1

Vraag 2

Klopt het dat de herkomst van de door het NFI onderzochte spullen niet wordt onderzocht? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat is uw oordeel daarover?

Vraag 3

Klopt het dat de consequenties van bevindingen niet door het NFI aan de rechter worden uitgelegd? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat is uw oordeel daarover?

Vraag 4

Klopt het dat een deskundige doorgaans niet alles verklaart wat aan hem wordt voorgelegd? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat is uw oordeel daarover?

Vraag 5

Klopt het dat het voorkomt dat deskundigen de voorgelegde vraag niet beantwoorden en daarmee in feite de conclusies overlaten aan niet-deskundigen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat is uw oordeel daarover?

Vraag 6

Klopt het dat het voorkomt dat deskundigen uitspraken doen over niet onderzochte hypotheses? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat is uw oordeel daarover?

Vraag 7

Klopt het dat hypotheses alleen in overleg met de politie en het openbaar ministerie worden opgesteld en niet ook met de verdediging? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat is daarvan de reden en wat is uw oordeel daarover?

Vraag 8

Wanneer wordt door het NFI gekozen voor het uitbrengen van een verkorte rapportage? Op welke manier wordt daarbij rekening gehouden met het belang van de verdediging, namelijk dat deze dan minder mogelijkheden en informatie heeft om een rapport goed ter discussie te stellen? Kunt u uw antwoord toelichten?

Vraag 9

Bent u bereid de forensisch-technische rapportering en de kwaliteit daarvan systematisch te laten onderzoeken?

Vraag 10

Op welke wijze zal de kwaliteit van de rapportages en de manier van rapporteren aan de orde komen in het nog op te stellen verbeterprogramma dat voor het NFI zal worden opgesteld en uitgevoerd naar aanleiding van het kritische rapport over de organisatie- en managementcultuur en op welke wijze worden de deskundigen en onderzoeksmedewerkers daarbij betrokken? Hoe zal in de gaten gehouden worden dat de kwaliteit van de rapportages zal verbeteren?


X Noot
1

«De Tengelhamer en het Schedeldak, Over Rapportages door het Nederlands Forensisch Instituut», Peter J. van Koppen, NJB, 26 mei 2017, pagina 1444–1452.

Naar boven