Vragen van de leden Beckerman en Futselaar (beiden SP) aan de Minister en Staatssecretaris van Economische Zaken over voedselverspilling voor energiewinning (ingezonden 1 juni 2017).

Vraag 1

Wat is uw mening over het feit dat de hoeveelheid verspild voedsel dat in de vergister belandt sinds 2010 meer dan verdubbeld is, van ten minste 72 miljoen kilo in 2010 naar minimaal 150 miljoen kilo in 2015?1

Vraag 2

Hoeveel oppervlakte landbouwgrond wordt niet gebruikt om eten op te verbouwen, maar voor grondstoffen voor de productie van energie, de zogenaamde energiegewassen? Welke subsidies worden hiervoor verstrekt en in welke mate?

Vraag 3

Kunt u reageren op de stelling van het onderzoeksinstituut ACRRES dat de vergisting van mest alleen niet rendabel is en dat daarbij net zoveel energie vrijkomt als nodig is om de vergister op temperatuur te houden? In dit licht, staat u nog steeds achter de stimulering van duurzame energieproductie door monomestvergisting? Zo ja, waarom?2

Vraag 4

Welk onderzoek heeft ten grondslag gelegen aan het innovatieprogramma voor monomestvergisting?3

Vraag 5

Bent u bereid om, naast de door u genoemde criteria, de Ladder van Moerman dwingend op te nemen in het innovatieprogramma voor monomestvergisting? Zo nee, waarom niet?4 5

Vraag 6

Wat is uw reactie op de uitspraak van een onderzoeker van de Wageningen Universiteit dat het door de SDE+ -subsidies te gemakkelijk is om voedsel linea recta naar de vergister te brengen in plaats van het te bestemmen voor voedselgebruik en dat hierdoor sprake is van een perverse prikkel? Kunt u uw antwoord toelichten?6

Vraag 7

Klopt het dat niet landelijk wordt bijgehouden hoeveel van energiegewassen gebruikt wordt om duurzame energie op te wekken? Wordt dit wel op een andere wijze bijgehouden? Zo ja, op welke wijze?

Vraag 8

Klopt het dat bij de teelt van maïs niet verplicht gemeld hoeft te worden of de maïs geteeld is voor gebruik als veevoeder of voor gebruik in een vergister?

Vraag 9

Op welke wijze wordt gecontroleerd en/of bijgehouden welke stoffen worden gebruikt bij co-vergisting? Op welke wijze wordt in kaart gebracht of de SDE+-subsidie terecht wordt geclaimd?

Vraag 10

Hoeveel kilo aan dierlijke producten wordt jaarlijks verspild door consumenten, producenten en supermarkten, uitgesplitst over vlees en zuivel? Om hoeveel dieren gaat dit?7

Vraag 11

Waaruit zal het onderzoek, zoals aangekondigd in het programma De Monitor, uit bestaan? Op welke wijze wordt lopende het onderzoek misbruik of over-subsidiering aangepakt of tenminste beperkt? Op welke wijze worden supermarkten en consumenten thans geïnformeerd over de omvang van voedselverspilling en mogelijke alternatieven om dit terug te dringen?8


X Noot
1

Uitzending De Monitor, «Overheid subsidieert verspilling goed voedsel», 28 mei 2017 (Demonitor.ncrv.nl/voedselverspilling/overheid-subsidieeert-verspilling-goed-voedsel) en het rapport «Monitor voedselverspilling» (2017) (bijlage Kamerstuk 31 532, nr. 183).

X Noot
2

Kamerstuk 31 239, nr. 222.

X Noot
3

Kamerstuk 30 196, nr. 363.

X Noot
4

Kamerstuk 30 196, nr. 363 («Het innovatieprogramma voor monomestvergisting is erop gericht om de uitrol te versnellen, kostenverlaging te realiseren en innovaties te stimuleren die op termijn geëxporteerd kunnen worden. Met dit programma draag ik bij aan het toekomstige verdienvermogen van de agroketen, de productie van hernieuwbare energie, het beperken van broeikasgasemissies in de agrosector en de verwaarding van mest.»).

X Noot
6

Uitzending De Monitor, «Overheid subsidieert verspilling goed voedsel», 28 mei 2017 (Demonitor.ncrv.nl/voedselverspilling/overheid-subsidieeert-verspilling-goed-voedsel).

X Noot
7

«Voedselverspilling in Nederland op basis van zelfrapportage» (2017) (bijlage Kamerstuk 31 532, nr. 183).

X Noot
8

Uitzending De Monitor, «Overheid subsidieert verspilling goed voedsel», 28 mei 2017 (Demonitor.ncrv.nl/voedselverspilling/overheid-subsidieeert-verspilling-goed-voedsel).

Naar boven