Vragen van het lid Van Weyenberg (D66) aan de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over uiteenlopende eisen aan het recht op nabestaandenpensioen (ingezonden 13 april 2017).

Vraag 1

Kunt u zich de antwoorden op eerdere vragen over de uiteenlopende eisen aan het recht op nabestaandenpensioen herinneren?1

Vraag 2

Wat is er concreet gedaan met de aanbeveling van de Stichting van de Arbeid inzake het begrip partner bij nabestaandenpensioen van 22 juli 2015? Kunt u toelichten hoeveel pensioenfondsen naar aanleiding van deze aanbeveling het begrip partner hebben aangepast? Als pensioenfondsen afwijken van een aanbeveling van de Stichting van de Arbeid, lichten zij dan toe waarom?

Vraag 3

Vindt u het onwenselijk dat het op dit moment voorkomt dat de ene partner wel recht heeft op nabestaandenpensioen van de andere partner, terwijl dat andersom door afwijkende regels niet het geval is?

Vraag 4

Kunt u aangeven hoeveel fondsen, cq. hoeveel deelnemers pensioen opbouwen bij een pensioenfonds, de eis stellen van een huwelijk of geregistreerd partnerschap, en hoeveel fondsen met betrekking tot nabestaandenpensioen de eis stellen dat in ieder geval mensen een samenlevingscontract hebben of al een bepaald aantal jaren samen op één adres wonen? Is dat meer of minder dan ten tijde van uw eerdere antwoorden van 3 juli 2015?


X Noot
1

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2014–2015, nr. 2816

Naar boven