Vragen van het lid Jasper vanDijk (SP) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over hogescholen en universiteiten die onrechtmatige studiekosten in rekening brengen bij studenten (ingezonden 10 februari 2017).

Vraag 1

Wat is uw reactie op het bericht van het ISO (Interstedelijk Studenten Overleg) waaruit blijkt dat hogescholen en universiteiten nog steeds onrechtmatige kosten in rekening brengen bij studenten?1

Vraag 2

Erkent u dat kosten voor zaken die noodzakelijk zijn voor de opleiding (zoals een managementgame van 35 euro of 200 euro voor studiematerialen) niet zijn toegestaan, temeer als er geen alternatief voorhanden is?

Vraag 3

Waarom handhaaft u het beleid niet beter, zodat onterechte studiekosten niet langer in rekening worden gebracht bij studenten?

Vraag 4

Op welke manier waarborgt u dat hogescholen en universiteiten glashelder maken dat studenten niet verplicht zijn om extra kosten te maken en dat instellingen een gratis alternatief moeten aanbieden?

Vraag 5

Hoe verhouden hoge (onrechtmatige) studiekosten zich tot uw pleidooi voor gelijke kansen voor elke student, aangezien deze kosten een drempel vormen voor studenten zonder rijke ouders?

Vraag 6

Bent u bereid te onderzoeken welke onrechtmatige kosten hogescholen en universiteiten in rekening brengen bij studenten? Kunt u daarbij inventariseren in hoeverre instellingen voorlichting geven over gratis alternatieven en over het feit dat studenten geen negatieve gevolgen zullen ondervinden als zij niet betalen voor onrechtmatige studiekosten? Zo nee, waarom niet?

Vraag 7

Hoe gaat u waarborgen dat er nu voor eens en voor altijd een eind komt aan onrechtmatige studiekosten?

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Asante (PvdA), ingezonden 9 februari 2017 (vraagnummer 2017Z02133).

Naar boven