Vragen van de leden Oosenbrug en Mei LiVos (beiden PvdA) aan de Minister van Economische Zaken over de economische positie van makers (ingezonden 6 februari 2017).

Vraag 1

Kent u het bericht «Storm voor de stilte»?1

Vraag 2

Hoe beoordeelt u de volgende uitspraak van Yorick van Wageningen in dit artikel: «als je kijkt naar een gemiddeld inkomen van Nederlandse acteurs ... dat is triest»?

Vraag 3

Kunt u een overzicht geven van de inkomens van Nederlandse acteurs naar inkomensklasse, het gemiddelde inkomen en de mediaan?

Vraag 4

Kunt u middels een casus van een recente film laten zien hoe de geldstromen naar de diverse partijen en medewerkers (makers, producenten, exploitanten) lopen?

Vraag 5

In hoeverre is de Wet Auteurscontractenrecht (in werking per 1 juli 2015) voor Nederlandse acteurs een verbetering voor hun economische positie?

Vraag 6

Deelt u de mening dat het Rechtenoverleg voor Distributie van Audiovisuele Producties (RODAP) in de onderhandelingen over vergoedingen een te sterke positie heeft ten opzichte van de makers? Zo ja, wat kunt u de makers bieden om hun onderhandelingspositie te versterken? Zo nee, waarom niet?

Vraag 7

Wat is uw reactie op de volgende uitspraak van Yorick van Wageningen: «ik kan me ook permitteren iets te zeggen over de schofterige wijze waarop het RODAP-kartel, een monsterverbond van producenten, omroepen en kabelmaatschappijen, de acteurs, schrijvers en regisseurs uitknijpen en ze afschepen met een fooi die moet doorgaan voor auteursrecht»?

Vraag 8

Is het waar dat het RODAP verplicht is als samenwerkingsverband te onderhandelen met makers? Zo ja, waarom is dat van de kant van de makers niet verplicht en zelfs niet toegestaan? Zo nee, waarom niet?

Vraag 9

Hoe beoordeelt de Autoriteit Consument en Markt (ACM) de positie van de makers ten opzichte van het RODAP?

Vraag 10

Deelt u de mening dat anno 2017 de Wet Auteurscontractenrecht niet aan de doelstelling, de positie van de makers versterken, voldoet? Zo ja, welke reparaties zijn noodzakelijk? Zo nee, waarom niet?

Vraag 11

Deelt u de mening dat, gezien de snelle ontwikkelingen van streamingsdiensten, vergoedingen voor Video On Demand (VOD) met voorrang in de wet terug moeten keren? Zo ja, wanneer kunt u dit realiseren? Zo nee, waarom niet?

Vraag 12

Bent u bereid de makers extra ondersteuning te bieden om hun kansen als ondernemers te vergroten, zodat ook een reëel inkomen kan worden gegenereerd uit hun creatieve prestaties? Zo ja, hoe? Zo nee, waarom niet?


X Noot
1

Volkskrant, 19 januari 2017

Naar boven