Vragen van het lid Van Nispen (SP) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over te strenge limieten voor topsporters (ingezonden 19 januari 2017).

Vraag 1

Wat is uw reactie op de artikelen waaruit blijkt dat veel te strenge limieten worden gehanteerd voor sporters, waardoor ze niet mee kunnen doen aan internationale topsportevenementen?1 2

Vraag 2

Wat vindt u ervan dat uit onderzoek blijkt dat dat de limieten in Nederland strenger zijn dan in de ons omringende landen? Waarom zijn andere landen hierin zo veel soepeler?

Vraag 3

Waarom zijn deze limieten eigenlijk zo streng? Kunt u aangeven of er andere dan financiële overwegingen zijn om zo’n streng topacht beleid te hanteren? Kunt u uw antwoord toelichten?

Vraag 4

Begrijpt u de boosheid, frustratie en teleurstelling van de Nederlandse atleten die de Olympische Spelen zijn misgelopen op basis van deze uiterst strenge limieten? Waarom worden sporters, zoals de marathonlopers die in het artikel worden genoemd, die (ruimschoots) voldoen aan de internationale limiet en dit zonder enige steun hebben bereikt, door Nederland geweerd van de Olympische Spelen? Deelt u de mening dat onze Nederlandse topatleten in beginsel thuis horen op de Olympische Spelen, niet alleen voor hen persoonlijk maar ook omdat het voor jongeren inspirerend is om Nederlandse toppers op het hoogste niveau in actie te zien en het goed is voor de Nederlandse sport?

Vraag 5

Wat vindt u er van dat deze sporters niet alleen internationale topsportevenementen moeten missen, maar ook kansen op waardering, sponsorbijdragen en een bestaan als topsporter mislopen vanwege de strenge limieten?

Vraag 6

Waarop is het systeem om limieten te berekenen gebaseerd en hoe worden deze limieten voor de verschillende disciplines in de atletiek berekend? Op welke wijze stellen andere Europese landen limieten vast? Waarop zijn deze verschillen gebaseerd?

Vraag 7

Wat is uw reactie op de constatering in het artikel dat de limieten voor sprinters die een eigen gesubsidieerd programma hebben op Papendal, soepeler zijn dan voor marathonlopers, die nauwelijks tot geen financiële ondersteuning krijgen?3

Vraag 8

Deelt u de mening dat het niet enkel en alleen aan de sport zelf is om limieten vast te stellen en te bepalen welke atleten wel en niet uitgezonden worden, omdat het vanwege de voorbeeldrol die topsporters hebben mede een publiek belang dient en er recent extra geld beschikbaar is gesteld voor topsport en talentontwikkeling?

Vraag 9

Bent u bereid over de te strenge en vaak late totstandkoming van de limieten die gehanteerd worden in gesprek te gaan met de Atletiekunie en het NOC*NSF en de Kamer hierover te informeren? Zo neen, waarom niet?

Naar boven