Vragen van het lid Öztürk (Groep Kuzu/Öztürk) aan de Minister van Veiligheid en Justitie
over het bericht dat het leven van een politieagent aan diggelen is (ingezonden 13 januari
2017).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Mijn leven is aan diggelen»?1
Vraag 2
Welke lering hebben de betrokken organisaties getrokken uit de gang van zaken in deze
kwestie en is de gang van zaken geëvalueerd? Zo ja, kunt u de resultaten delen? Zo
nee, waarom niet?
Vraag 3
Zijn er vergelijkbare gevallen waarin een agent op onterechte wijze publiekelijk is
beschadigd in de media en wat wordt er gedaan om dit te voorkomen?
Vraag 4
Op grond van welke concrete aanleiding is het onderzoek naar de betreffende agent
ingesteld en is er hierbij sprake van een formele aangifte of een melding?
Vraag 5
Welke rol heeft de berichtgeving in de in het artikel aangehaalde krant gespeeld inzake
het onderzoek naar de betreffende agent?
Vraag 6
Acht u de ondernomen actie van het bureau Veiligheid, Integriteit en Klachten van
de politie, de recherche, justitie en uzelf (daar u zich tevens heeft uitgelaten over
deze zaak) proportioneel? Zo ja, waar toetst u dit aan? Zo nee, wat gaat u doen om
dit in de toekomst te voorkomen?
Vraag 7
Welke actie gaat de politieorganisatie ondernemen om de betreffende agent in bescherming
te nemen, bijvoorbeeld door de betreffende agent bij te staan in een zaak jegens de
in het artikel aangehaalde krant en/of overige betrokkenen?
Vraag 8
Geeft de gang van zaken in de betreffende kwestie aanleiding om het Openbaar Ministerie
een aanwijzing te geven om de aangifte van de betreffende agent in behandeling te
nemen, danwel om de betreffende agent te ondersteunen in zijn aangifte? Zo nee, waarom
niet?
Vraag 9
Wordt er een onderzoek ingesteld naar de vraag hoe het heeft kunnen gebeuren dat een
politieagent ten onrechte op een dermate zware wijze publiekelijk in beschuldiging
is gesteld en is beschadigd? Zo ja, wanneer kan de Kamer de resultaten tegemoet zien?
Zo nee, waarom niet?
Vraag 10
Kunt u zich voorstellen dat, doordat er door partijen en in de media is gesproken
over «informanten», het imago van de betreffende agent ernstig is beschadigd? Zo ja,
wat gaat u hiertegen doen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 11
Wat gaat u doen om het klimaat van verdachtmakingen van Nederlandse agenten met een
migrantenachtergrond te bestrijden?
Vraag 12
Welke maatregelen worden er genomen om nazorg te verlenen aan de betreffende agent,
die nu bij een psycholoog loopt en medicijnen gebruikt tegen de spanning?
Vraag 13
Bent u bereid om bij de betreffende agent langs te gaan om hem een hart onder de riem
te steken? Zo nee, waarom niet?
Vraag 14
Wat voor actie is er ondernomen en wat voor resultaten zijn er geboekt in de andere
zaak die is aangehaald in het mediabericht, de zaak over bedreiging? Is er op beide
zaken evenveel inspanning verricht?
Vraag 15
Bent u bereid te verklaren dat er aan de loyaliteit en de intenties van de betreffende
agent niet getwijfeld dient te worden en dat de agent immer te goeder trouw heeft
gehandeld?