Vragen van de leden Lodders en Van ‘t Wout (beiden VVD) aan de Minister en de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over uitbreiding van de werkingssfeer van een cao en/of de uitbreiding van de verplichtstellingsbeschikking van een bedrijfstakpensioenfonds (ingezonden 28 november 2016).

Vraag 1

Hoe vaak en in welke mate wordt de werkingssfeer van een cao en/of de verplichtstellingsbeschikking van een bedrijfstakpensioenfonds aangepast?

Vraag 2

Welke aanpassingen hebben de laatste twee jaar plaatsgevonden (vanaf 1/1/2015)?

Vraag 3

Wat zijn de redenen dat deze aanpassingen plaatsvinden? Hoe vindt besluitvorming hierover plaats? Van wie komt het verzoek en wie besluit er uiteindelijk over?

Vraag 4

Hoe vaak wordt een verzoek afgewezen?

Vraag 5

Komt het ook voor dat de werkingssfeer wordt ingeperkt? Zo ja, hoe vaak? Zo nee, waarom niet?

Vraag 6

Kunt u aangeven wat er gebeurt als een werkgever het niet eens is dat zijn of haar bedrijf onder de werkingssfeer of de verplichtstellingsbeschikking valt? Welke mogelijkheden zijn er om hier onder uit te komen?

Vraag 7

Deelt u de mening dat aanpassingen in het kader van «verduidelijking» en «redactionele wijzigingen» niet mogen leiden tot een uitbreiding van de werkingssfeer? Zo nee, waarom niet? Is het dan niet beter om gewoon te spreken van een uitbreiding in plaats van neutrale termen als «verduidelijking» en «redactionele wijzigingen»? Zo ja, kunt u dan aangeven waarom er in bepaalde gevallen dan toch een uitbreiding heeft plaatsgevonden?

Vraag 8

In hoeverre bent u bereid om te onderzoeken of aanpassingen onder de noemer van «redactionele wijzigingen» of «actualisatie» misbruikt worden om de werkingssfeer uit breiden? Zo nee, waarom niet?

Naar boven