Vragen van de leden Lodders en Van ’t Wout (beiden VVD) aan de Minister en de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over uitbreiding van de werkingssfeer van een cao en/of de uitbreiding van de verplichtstellingsbeschikking van een bedrijfstakpensioenfonds (ingezonden 28 november 2016).

Antwoord van Minister Asscher (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) en Staatssecretaris Klijnsma (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 30 januari 2017).

Vraag 1 t/m 7

Hoe vaak en in welke mate wordt de werkingssfeer van een cao en/of de verplichtstellingsbeschikking van een bedrijfstakpensioenfonds aangepast?

Welke aanpassingen hebben de laatste twee jaar plaatsgevonden (vanaf 1/1/2015)?

Wat zijn de redenen dat deze aanpassingen plaatsvinden? Hoe vindt besluitvorming hierover plaats? Van wie komt het verzoek en wie besluit er uiteindelijk over?

Hoe vaak wordt een verzoek afgewezen?

Komt het ook voor dat de werkingssfeer wordt ingeperkt? Zo ja, hoe vaak? Zo nee, waarom niet?

Kunt u aangeven wat er gebeurt als een werkgever het niet eens is dat zijn of haar bedrijf onder de werkingssfeer of de verplichtstellingsbeschikking valt? Welke mogelijkheden zijn er om hier onder uit te komen?

Deelt u de mening dat aanpassingen in het kader van «verduidelijking» en «redactionele wijzigingen» niet mogen leiden tot een uitbreiding van de werkingssfeer? Zo nee, waarom niet? Is het dan niet beter om gewoon te spreken van een uitbreiding in plaats van neutrale termen als «verduidelijking» en «redactionele wijzigingen»? Zo ja, kunt u dan aangeven waarom er in bepaalde gevallen dan toch een uitbreiding heeft plaatsgevonden?

Antwoord 1 t/m 7

Ten behoeve van een accurate beantwoording van de gestelde vragen wordt hieronder eerst in het algemeen de systematiek van het algemeen verbindend verklaren van een cao en het verlenen van een verplichtstelling geschetst. Daarna wordt met tussenkopjes antwoord gegeven op de gestelde vragen.

Systematiek algemeen verbindend verklaren en verlenen verplichtstelling

Algemeen verbindendverklaring (avv) en verplichtstelling geschiedt op verzoek van de bij de cao en bij het pensioenfonds betrokken partijen. Deze partijen zijn vrij in en verantwoordelijk voor het bepalen van de reikwijdte van de werkingssfeer opgenomen in een cao en/of verplichtstelling. Dit betreft ook eventuele aanpassingen in de werkingssfeer alsmede de aard van die aanpassingen. Verondersteld wordt dat de leden van de VVD aan dit laatste refereren wanneer zij spreken over de mate van aanpassing in de werkingssfeer.

Bij een aanvraag tot verplichtstelling en een verzoek om avv dient te zijn voldaan aan de representativiteitsvereisten. Het georganiseerde bedrijfsleven dat de aanvraag tot verplichtstelling indient, dient een belangrijke meerderheid van de in de desbetreffende bedrijfstak(ken) werkzame personen te vertegenwoordigen. Bij een verzoek om avv moeten de cao-bepalingen waarop het verzoek tot avv betrekking heeft reeds gelden voor een naar het oordeel van de Minister belangrijke meerderheid van de in de bedrijfstak werkzame personen. Bij beide geldt dat een meerderheid van 60 procent of meer als belangrijk wordt aangemerkt.

Een andere voorwaarde voor avv is dat de aard van de arbeid (de sociaaleconomische werkingssfeer) en eventueel de territoriale werkingssfeer in de cao helder is beschreven. Avv van bepalingen waarvan bij voorbaat duidelijk is dat die de werkingssfeer van een andere avv-de cao overlappen, vindt niet plaats. Hetzelfde geldt ook voor verplichtstellingen. Het is in dat geval de verantwoordelijkheid van de betrokken partijen om tot overeenstemming over de wederzijdse werkingssfeerbepalingen te bereiken en het afbakeningsprobleem op te lossen. Mocht er in de praktijk toch in enkele gevallen overlap geconstateerd worden nadat avv van de cao heeft plaatsgevonden of de verplichtstelling is verleend, dan kunnen de betrokken partijen tot overeenstemming komen of – in laatste aanleg – de rechter verzoeken te besluiten onder welke werkingssfeer de werkgever en werknemers vallen.

Wanneer aan de procedurele eisen is voldaan wordt de volledige aanvraag ter visie gelegd. Dit biedt belanghebbenden de mogelijkheid om gedurende de tervisieleggingstermijn schriftelijk bezwaren in te dienen tegen inwilliging van de aanvraag. Deze bezwaren kunnen ook gericht zijn tegen de aanpassing van de werkingssfeer.

Ingediende bezwaren, en in geval van avv ook de ingediende dispensatieverzoeken, worden na de tervisieleggingsperiode voor reactie voorgelegd aan de indieners van het verzoek. Indien cao-partijen bezwaar hebben tegen het verlenen van dispensatie, krijgen dispensatieverzoekers ook nog de gelegenheid om op de reactie van partijen te reageren. De bezwaren, de reactie van de bij de aanvraag betrokken partijen en het voorgenomen besluit van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) of eventuele specifieke vragen van de Minister van SZW kunnen aan de Stichting van de Arbeid en/of de SER worden voorgelegd met een verzoek om een reactie, tenzij de bezwaren in het licht van staand beleid evident kansloos zijn.

Op een aanvraag – en de eventueel hiertegen ingebrachte bezwaren – wordt een met redenen omkleed besluit tot (wijziging van de) algemeen verbindendverklaring of verplichtstelling genomen en gepubliceerd in de Staatscourant.

Mate en aard van aanpassing van werkingssfeer

De interpretatie van de werkingssfeer alsmede de beoordeling of de werkzaamheden van een onderneming onder algemeen verbindend verklaarde cao-bepalingen of een verplichtgestelde werkingssfeer vallen, is dus een zaak van partijen betrokken bij de cao of het pensioenfonds.

Hieruit volgt dat de Minister van SZW wel kan beoordelen of de werkingssfeer is gewijzigd maar geen uitspraak kan doen over de reden waarom de werkingssfeer is gewijzigd of over de aard van de aanpassingen in de werkingssfeer. Op de precieze overwegingen van partijen bij een aanpassing van een werkingssfeer kan daarom niet worden ingegaan, maar in algemene zin zouden mogelijke oorzaken van aanpassing kunnen zijn dat als gevolg van nieuwe ontwikkelingen in de bedrijfstak of als gevolg van jurisprudentie, de noodzaak ontstaat om verduidelijkingen en/of (redactionele) wijzigingen in de werkingssfeer door te voeren. Dit kan in theorie zowel leiden tot een uitbreiding van de werkingssfeer als tot een inperking van de werkingssfeer.

Geen afwijzing van een verzoek, wel toetsing aan wet- en regelgeving

Een verzoek tot aanpassing van de werkingssfeer van een cao of een verplichtstelling wordt in beginsel niet afgewezen. Soms komt het echter niet tot verdere behandeling en of besluitvorming van een aanvraag omdat niet is voldaan aan de vereisten van wet- en regelgeving of omdat een werkingssfeerconflict tussen bedrijfstakken niet tot een oplossing is gekomen, of indien bij avv de cao inmiddels is geëxpireerd.

Mogelijkheden werkgever in relatie tot de werkingssfeer

Uit de systematiek van avv van cao’s en het verlenen van verplichtstelling volgt dat partijen zelf verantwoordelijk zijn voor de afbakening van de werkingssfeer. Vanuit die verantwoordelijkheidsverdeling is het uitgangspunt in het cao- en avv-beleid dat dispensatie van een cao ook zoveel mogelijk door cao-partijen zelf wordt geregeld. Voor zover werkgevers niet al door maatregelen van cao-partijen zelf van de werking van de cao zijn uitgesloten, kan de Minister van SZW onder specifieke voorwaarden toepassing geven aan zijn bevoegdheid uit hoofde van artikel 2 Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten (Wet AVV) tot het verlenen van dispensatie van algemeen verbindendverklaring.

Als een werkgever van mening is dat zijn of haar bedrijf niet onder de verplichte deelname in het bedrijfstakpensioenfonds valt, dan dient de werkgever dit te melden bij het verplichtgestelde bedrijfstakpensioenfonds. Het kan voorkomen dat de werkgever en de bij de cao betrokken partijen of het pensioenfonds een verschil van inzicht hebben over de vraag of er sprake is van het al dan niet vallen onder de reikwijdte van de werkingssfeer. In dat geval kan verzocht worden om een rechterlijke uitspraak omtrent de reikwijdte van de werkingssfeer. De rechter zal dan een onafhankelijk oordeel vellen. Beide partijen hebben dan duidelijkheid.

Het bedrijfstakpensioenfonds heeft voorts de bevoegdheid tot het verlenen en het intrekken van vrijstellingen van de verplichtstelling. De gronden voor het verlenen van vrijstelling van verplichte deelname aan een bedrijfstakpensioenfonds zijn neergelegd in de artikelen 2 t/m 6 van het Vrijstellings- en Boetebesluit Wet Bpf 2000.

Cijfers

In 2015 zijn er 21 besluiten tot (wijziging van een besluit tot) algemeen verbindendverklaring (hierna avv) van bepalingen van cao’s genomen die (mede) betrekking hadden op een werkingssfeerwijziging. In 2016 (tot 1 december 2016) betrof dit 46 besluiten.

avv

2015

2016 (tot 1–12)

Totaal aantal avv besluiten

85

109

Besluiten genomen die (mede) betrekking hadden op een werkingssfeer

21

46

In 2015 zijn in 2 avv-procedures bezwaren ingediend vanwege werkingssfeeroverlap en 2 tegen de afbakening van de werkingssfeer zonder dat er sprake was van overlap. In 2016 zijn ook bij 2 avv-procedures bedenkingen ingediend vanwege werkingssfeeroverlap en bij 2 tegen de afbakening van de werkingsfeer zonder dat er sprake was van overlap.

Bij verplichtgestelde bedrijfstakpensioenfondsen dienen er gescheiden aanvragen ingediend te worden bij een wijziging, gedeeltelijke- en volledige intrekking. Een aanvraag van verplichtgestelde bedrijfstakpensioenfondsen betreft altijd een wijziging in de werkingssfeer. In 2015 zijn er 23 wijzigingsbesluiten van verplichtgestelde bedrijfstakpensioenfondsen genomen waarbij in 2 gevallen gelijktijdig sprake was van een gedeeltelijke intrekking van de werkingssfeer. Daarnaast zijn er 4 besluiten tot volledige intrekking genomen. In 2016 betrof dit 9 wijzigingsbesluiten, waarbij in 2 gevallen tevens sprake was van een gedeeltelijke intrekking. Tevens zijn er 4 besluiten tot volledige intrekking genomen.

Verplichtgestelde bedrijfstakpensioenfondsen

2015

2016

Wijziging

23

9

Gedeeltelijke intrekking

2

2

Volledige intrekking

4 (2 vanwege opname in een ander verplichtgesteld bedrijfstakpensioenfonds en 2 bij gebrek aan actieve deelnemers)

4 (2 vanwege opname in een ander verplichtgesteld bedrijfstakpensioenfonds, 1 vanwege liquidatie en 1 daar het een gesloten fonds betrof)

Vraag 8

In hoeverre bent u bereid om te onderzoeken of aanpassingen onder de noemer van «redactionele wijzigingen» of «actualisatie» misbruikt worden om de werkingssfeer uit breiden? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 8

Het definiëren en aanpassen van werkingssferen van cao’s en verplichtstellingen is een verantwoordelijkheid van sociale partners. Gezien die verantwoordelijkheidsverdeling bij avv van cao’s en het verlenen van verplichtstelling ben ik van mening dat nut en noodzaak voor een dergelijk onderzoek, uitgevoerd door of in opdracht van mij, onvoldoende aanwezig is.

Naar boven