Vragen van het lid De Lange (VVD) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over medische gevolgen van hulptelevisieprogramma’s (ingezonden 28 november 2016).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van de berichten: «Misleiding deelnemers bij hulp-tv RTL» en «Nu durft ze niet meer te lachen»?1

Vraag 2

Wat is uw reactie op de ervaringen die in de artikelen worden beschreven van mensen die aan deze hulptelevisieprogramma’s hebben deelgenomen?

Vraag 3

Wat is uw oordeel in dit kader over de uitvoering van de zorgplicht door betrokken behandelaars en welke rol speelt hierin het behandelplan?

Vraag 4

Is het feit dat het vaak kwetsbare mensen betreft en om goed bekeken televisieprogramma’s gaat, wat u betreft reden voor de zorgverlener om extra zorgvuldigheid te moeten betrachten?

Vraag 5

Klopt het dat betrokkenen te allen tijde inzage zouden moeten kunnen krijgen in het eigen behandelplan en dat deze desgevraagd door de zorgverleners verstrekt moet worden?

Vraag 6

Wat is de verantwoordelijkheid van zorgverleners om betrokkenen volledig te informeren over alle consequenties die een behandeling met zich mee kan brengen? Zo ja, kunt u dit nader toelichten?

Vraag 7

Bent u van mening dat de ervaringen die in dit artikel worden beschreven op een goede wijze invulling geeft aan deze verantwoordelijkheid? Zo nee, wat schort hier aan?

Vraag 8

Kunt u voor zover mogelijk inzicht geven in de aard van het onderzoek door de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) naar mogelijke structurele problemen bij dit programma betrokken tandkliniek CDC?

Vraag 9

In welke mate houdt de IGZ bij signalen toezicht op de negatieve uitwassen van hulptelevisieprogramma’s waar het gaat over de kwaliteit van de medische behandeling en de geleverde psychische ondersteuning en (na)zorg?

Vraag 10

Zijn de signalen zoals in het artikel beschreven een aanleiding voor de IGZ om hier nader onderzoek naar te doen?

Naar boven