Vragen van het lid De Lange (VVD) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en
Sport over medische gevolgen van hulptelevisieprogramma’s (ingezonden 28 november
2016).
Antwoord van Minister Schippers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 14 december
2016).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de berichten: «Misleiding deelnemers bij hulp-tv RTL» en
«Nu durft ze niet meer te lachen»?1
Vraag 2
Wat is uw reactie op de ervaringen die in de artikelen worden beschreven van mensen
die aan deze hulptelevisieprogramma’s hebben deelgenomen?
Antwoord 2
Ik vind het een zorgelijk signaal.
Vraag 3
Wat is uw oordeel in dit kader over de uitvoering van de zorgplicht door betrokken
behandelaars en welke rol speelt hierin het behandelplan?
Antwoord 3
Voor het uitvoeren van een geneeskundige behandeling is volstrekt helder dat de toestemming
van de patiënt is vereist. Dit geldt ook bij (niet medisch noodzakelijke) cosmetische
ingrepen. Om toestemming te kunnen geven heeft de patiënt goede informatie nodig.
Zo moet de behandelaar onder meer informatie geven over de voorgestelde behandeling
en de risico’s die daaraan verbonden zijn. De informatieplicht van de behandelaar
omvat ook diens verplichting om zich ervan te vergewissen dat de betrokkene de informatie
heeft begrepen.
Vraag 4
Is het feit dat het vaak kwetsbare mensen betreft en om goed bekeken televisieprogramma’s
gaat, wat u betreft reden voor de zorgverlener om extra zorgvuldigheid te moeten betrachten?
Antwoord 4
Ja. Ik vind dat een televisieprogramma een belangrijke verantwoordelijkheid heeft
om te zorgen dat alles ruim binnen wet- en regelgeving blijft. Juist de blootstelling
aan publieke aandacht vraagt extra zorg voor de deelnemers aan zo’n programma. Daarnaast
moet het belang en de veiligheid van de patiënt bij een behandeling altijd voorop
staan. De zorgverlener is verplicht om de patiënt voldoende te informeren en zich
ervan te vergewissen dat de patiënt de informatie heeft begrepen.
Vraag 5
Klopt het dat betrokkenen te allen tijde inzage zouden moeten kunnen krijgen in het
eigen behandelplan en dat deze desgevraagd door de zorgverleners verstrekt moet worden?
Antwoord 5
Ja, op grond van de WGBO heeft de patiënt recht op inzage in zijn eigen medisch dossier.
Vraag 6
Wat is de verantwoordelijkheid van zorgverleners om betrokkenen volledig te informeren
over alle consequenties die een behandeling met zich mee kan brengen? Zo ja, kunt
u dit nader toelichten?
Antwoord 6
Graag verwijs ik u naar mijn antwoord op vraag 3.
Vraag 7
Bent u van mening dat de ervaringen die in dit artikel worden beschreven op een goede
wijze invulling geeft aan deze verantwoordelijkheid? Zo nee, wat schort hier aan?
Antwoord 7
Op basis van het artikel blijkt niet dat de betreffende zorgaanbieders niet volgens
wet- en regelgeving en/of veldnormen hebben gehandeld. Het is voor mij op basis van
dit artikel onvoldoende duidelijk of dat ook daadwerkelijk het geval is. Indien betrokkenen
van oordeel zijn dat niet is gehandeld conform relevante wet- en regelgeving en/of
veldnormen kunnen zij melding doen bij het Landelijk Meldpunt Zorg.
Vraag 8
Kunt u voor zover mogelijk inzicht geven in de aard van het onderzoek door de Inspectie
voor de Gezondheidszorg (IGZ) naar mogelijke structurele problemen bij dit programma
betrokken tandkliniek CDC?
Antwoord 8
De IGZ is een onderzoek gestart na meldingen van patiënten. Deze meldingen zijn niet
gerelateerd aan deze tv-uitzending. Over de aard van dit lopende onderzoek kan de
inspectie geen mededelingen doen.
Vraag 9
In welke mate houdt de IGZ bij signalen toezicht op de negatieve uitwassen van hulptelevisieprogramma’s
waar het gaat over de kwaliteit van de medische behandeling en de geleverde psychische
ondersteuning en (na)zorg?
Antwoord 9
De IGZ heeft geen meldingen ontvangen over dit of andere tv-programma’s en/of de behandelingen
die hiervan onderwerp waren. Indien de IGZ signalen ontvangt dat geleverde zorg kwalitatief
onder de maat is, zal zij hierop acteren.
Vraag 10
Zijn de signalen zoals in het artikel beschreven een aanleiding voor de IGZ om hier
nader onderzoek naar te doen?
Antwoord 10
Dit is aan de IGZ.
Voor wat betreft tandkliniek CDC verwijs ik naar het antwoord op vraag 8.