Vragen van het lid Jasper vanDijk (SP) aan de Ministers van Defensie en van Buitenlandse Zaken over het bericht dat het mandaat voor de VN-missie in Mali dubbelzinnig is (ingezonden 26 oktober 2016).

Vraag 1

Wat is uw oordeel over het bericht «Militairen en experts: mandaat Mali dubbelzinnig»?1

Vraag 2

Deelt u de mening dat het mandaat voor de VN-missie dubbelzinnig is, omdat de troepen onafhankelijk moeten zijn, terwijl zij tegelijkertijd de Malinese regering ondersteunen bij de opbouw van de staat?

Vraag 3

Welke lessen heeft u getrokken uit de opmerkingen en het rapport van VN-diplomaat Lakhdar Brahimi, waarin hij stelt dat de VN steeds minder wordt gezien als onpartijdig?

Vraag 4

Erkent u dat deze partijdigheid oorzaak kan zijn van de vele aanvallen op VN-militairen? Zo nee, hoe verklaart u de aanvallen op blauwhelmen?

Vraag 5

Hoe verklaart u het geweldsincident waarbij een Nederlandse commandant door een «ziedende rebellenleider werd beschuldigd van partijdigheid»?

Vraag 6

Wat wordt ondernomen tegen de onduidelijke instructies voor VN-militairen als het gaat om het gebruik van geweld?

Vraag 7

Deelt u de mening van Defensiespecialist Dick Zandee van Clingendael: «Echte onpartijdigheid – zoals de VN nastreven – is in Mali eigenlijk onmogelijk?» Zo nee, waarom niet?

Vraag 8

Zijn er meer militairen zoals Peter Gordijn, die niet langer willen deelnemen aan VN-missies? Welke lessen trekt u hieruit?

Vraag 9

Maakte het onduidelijke mandaat deel uit van de discussie over Nederlandse verlenging van de VN-missie in Mali? Zo ja, wat was de conclusie?

Vraag 10

Gaat u bij de VN aandringen op verduidelijking van het onduidelijke mandaat? Zo nee, is voortzetting van de missie dan nog verstandig? Hoe voorkomt u voortgaande problemen met het mandaat, zoals beschreven in NRC?


X Noot
1

NRC Handelsblad, 22 oktober 2016

Naar boven