Vragen van het lid Dijkgraaf (SGP) aan de Minister van Infrastructuur en Milieu over de onderbouwing van landelijke emissiecijfers voor erfafspoeling en riooloverstorten (ingezonden 8 april 2016).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het bericht «Boerenerf tienmaal vuiler dan riooloverstort»?1

Vraag 2

Is de veronderstelling juist dat de landelijke emissiecijfers voor erfafspoeling gebaseerd zijn op slechts één serie metingen in 2008 bij negentien veehouderijbedrijven?

Vraag 3

Geeft deze heel beperkte dataset volgens u een representatief beeld van de landelijke emissie door erfafspoeling?

Vraag 4

Deelt u de analyse dat de landelijke emissiecijfers voor erfafspoeling onwaarschijnlijk hoog zijn?

Vraag 5

Hoe gaat u zorgen voor betrouwbare emissiecijfers voor erfafspoeling?

Vraag 6

Op welke wijze worden de landelijke emissiecijfers voor lozingen van stikstof en fosfaat door riooloverstorten vastgesteld?

Vraag 7

Waarom is in dit geval geen gebruikgemaakt van beschikbare meetgegevens?

Vraag 8

Deelt u de analyse dat de beschikbare meetgegevens over lozingen van stikstof en fosfaat door riooloverstorten erop wijzen dat de genoemde emissiecijfers de landelijke emissie ruimschoots onderschatten?

Vraag 9

In hoeverre houden gemeenten zich aan de richtlijnen voor lozingen door riooloverstorten?

Vraag 10

Is de veronderstelling juist dat riooloverstorten op regionaal en lokaal niveau een significante bijdrage leveren aan problemen met waterkwaliteit?

Vraag 11

Welke maatregelen worden genomen om de emissie van stikstof en fosfaat door erfafspoeling en riooloverstorten te beperken?

Vraag 12

Wat is het verwachte effect hiervan?


X Noot
1

Vakblad V-Focus; april 2016; p. 4–9

Naar boven