Vragen van de leden Ypma en Volp (beiden PvdA) aan de Staatssecretarissen van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het bericht «Zorgen
over toename seksueel misbruik op scholen» (ingezonden 7 april 2016).
Vraag 1
Kent u het bericht «Zorgen over toename seksueel misbruik op scholen»?1
Vraag 2
Deelt u de zorgen van de Onderwijsinspectie over het groeiend aantal meldingen van
seksueel misbruik of seksuele intimidatie op scholen? Zo ja, kunt u deze zorgen uiteenzetten
en toelichten? Zo nee, waarom niet?
Vraag 3
Wat gebeurt er met 254 zaken van seksuele intimidatie die bij de Onderwijsinspectie
binnen kwamen? Wie maakt melding van deze intimidatie bij de Onderwijsinspectie, en
komen deze meldingen altijd terecht bij de politie? Zo ja, in hoeveel gevallen is
naar aanleiding hiervan een onderzoek gestart door de politie? Zo nee, waarom niet?
Vraag 4
Klopt het dat in eenderde van de gevallen docenten en onderwijsondersteunend personeel
als dader worden aangewezen? Zo ja, in hoeveel gevallen blijkt de betreffende medewerker
een dader te zijn? Wat gebeurt er in zo'n geval? Zijn er richtlijnen voor scholen
hoe om te gaan met verdenkingen van seksuele intimidatie door docenten en/of onderwijsondersteunend
personeel?
Vraag 5
Waar bestaat de andere groep uit die, naast docenten en het onderwijsondersteunend
personeel, wordt aangewezen als dader? Klopt het dat het merendeel van de incidenten
tussen leerlingen onderling plaatsvindt?
Vraag 6
Deelt u de zorgen over de constatering van de Onderwijsinspectie dat zij al jaren
aandacht probeert te vragen voor seksueel misbruik en seksuele intimidatie, maar dat
het niet lukt de aantallen te laten dalen? Zo ja, wat heeft u de afgelopen jaren gedaan
om seksueel misbruik en seksuele intimidatie binnen het onderwijs tegen te gaan? Zo
nee, hoe interpreteert u de conclusie van de Onderwijsinspectie over de stijgende
cijfers?
Vraag 7
Bent u het met de Algemene Onderwijsbond (AOb) eens dat gebruik van sociale media
de stijging van dit soort meldingen verklaart? Deelt u de aanbeveling van de Onderwijsinspectie
dat scholen hun gedragscode opnieuw moeten bespreken, en maakt u zich daar sterk voor?
Wat staat er nu in de gedragscode voor docenten en ondersteunend personeel over gebruik
van sociale media in het contact met leerlingen? Wat staat er nu in de gedragscode
over beleid ten aanzien van docenten en ondersteunend personeel bij vermoedens van
seksuele intimidatie van een leerling?
Vraag 8
Deelt u de mening dat een manier om jongeren weerbaar te maken tegen deze vormen van
misbruik gedegen seksuele voorlichting is, zoals ook de Onderwijsinspectie bepleit?
Zo ja, hoe wordt er momenteel zorg gedragen voor een goede seksuele voorlichting,
die mede inspeelt op de gesignaleerde problemen door de Onderwijsinspectie? Zo nee,
waarom niet?
Vraag 9
Deelt u voorts de mening dat, gezien de rol van sociale media, bij goede seksuele
voorlichting ook aandacht moet worden besteed aan fenomenen als bijvoorbeeld sexting,
en dat daarbij ruimte moet worden gelaten voor nieuwe vormen van seksueel contact,
en daarbij ook moet worden gewezen op (nieuwe) seksuele grenzen die daarbij in het
geding zijn?
Vraag 10
Hoe kijkt u aan tegen het belang dat de Onderwijsinspectie hecht aan goede seksuele
voorlichting, mede gelet op het onderzoek van de Rutgers Stichting, waarin slechts
25% van de kinderen les zegt te krijgen over seksuele grenzen?2 Deelt u de mening dat goede seksuele voorlichting van jongeren noodzakelijk is, omdat
het hen handvatten geeft om hun seksuele grenzen aan te geven en hen weerbaar maakt?
Vraag 11
Bent u het er in dat licht ook mee eens dat het van belang is dat aandacht voor seksualiteit,
omgangsvormen en stereotyperingen (op school maar ook online) vast onderdeel is van
het curriculum, en ook in eventuele curriculumvernieuwing behouden moet blijven, of
wellicht zelfs versterkt zou moet worden?
Vraag 12
Kunt u zich de vragen van de leden Ypma en Volp3 inzake het onderzoek van de Rutgers Stichting dat kinderen te weinig les krijgen
over verliefdheid, relaties en puberteit herinneren? Kunt u aangeven of in het door
u in het antwoord onder vraag 2 genoemde themarapport van de Onderwijsinspectie ook
specifiek seksuele intimidatie wordt onderzocht? Zo nee, geeft u dan aan de Onderwijsinspectie
de opdracht dit thema nog specifiek op te nemen in het themarapport?
X Noot
3Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2015–2016, nr. 2181