Vragen van de leden Ypma en Volp (beiden PvdA) aan de Staatssecretaris van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschap over het onderzoek van de Rutgers Stichting dat kinderen te
weinig les krijgen over verliefdheid, relaties en puberteit (ingezonden 21 maart 2016).
Antwoord van Staatssecretaris Dekker (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen
6 april 2016)
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het onderzoek van de Rutgers Stichting, waaruit blijkt dat
kinderen te weinig les krijgen over verliefdheid, relaties en puberteit?1
Vraag 2
Hoe beoordeelt u de resultaten van dit onderzoek van de Rutgers Stichting over thema’s
als verliefdheid, relaties, seksualiteit en puberteit, waarbij veel kinderen aangeven
interesse te hebben in deze onderwerpen, maar dat slechts weinigen hier op de basisschool
les over krijgen?
Antwoord 2
Zoals uit het onderzoek ook blijkt, spelen ouders en verzorgers de belangrijkste rol
in de opvoeding en (seksuele) vorming van hun kinderen. Kinderen praten hierover ook
het liefst met hun ouders.
Het behoort ook tot de opdracht van het onderwijs om aandacht te besteden aan seksualiteit
en seksuele diversiteit. Deze thema’s zijn sinds 2012 expliciet opgenomen in de kerndoelen.
Omdat het van belang is vast te stellen hoe scholen hieraan invulling geven, brengt
de Inspectie van het Onderwijs hierover een themarapport uit. Hierbij worden ook leerlingen
betrokken. Dit themarapport verschijnt deze zomer. Ik wacht daarom eerst de uitkomsten
van dit themaonderzoek van de Inspectie van het Onderwijs af, om vervolgens tot een
afgewogen standpunt te komen over de wijze waarop scholen invulling geven aan hun
verantwoordelijkheid voor onderwijs over deze onderwerpen.
Vraag 3
Deelt u het beeld van de Rutgers Stichting dat scholen te weinig aandacht besteden
aan dergelijke thema’s, zoals wel is opgenomen via de kerndoelen van het basisonderwijs
met betrekking tot seksualiteit en seksuele diversiteit? Zo ja, deelt u dan de zorgen
over deze achterblijvende aandacht voor deze thema's op school vanuit het belang van
de seksuele weerbaarheid van kinderen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
Zie het antwoord op vraag 2.
Vraag 4
Deelt u het beeld van de Rutgers Stichting dat slechts 25% van de kinderen les krijgt
over seksuele grenzen en slechts 27% over seksuele diversiteit? Zo ja, deelt u de
mening dat dit onwenselijk is en wat doet u daaraan? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Zie het antwoord op vraag 2.
Vraag 5
Bent u bereid om scholen nadrukkelijker aan te sporen op aandacht voor de thema’s
verliefdheid, relaties, seksualiteit, zowel over seksuele grenzen en seksuele diversiteit,
en puberteit binnen de lessen? Zo ja, hoe gaat u dit doen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Zie het antwoord op vraag 2.
Vraag 6
Heeft u een beeld van de beoordeling van de manier waarop aandacht wordt besteed aan
thema’s als verliefdheid, relaties, seksualiteit en puberteit door de kinderen zelf?
Zo ja, hoe beoordelen kinderen de aandacht die geschonken wordt aan deze thema’s op
scholen? Zo nee, waarom niet en acht u het niet van belang dit te weten?
Antwoord 6
Zie het antwoord op vraag 2.
Vraag 7
Bent u van mening dat het belangrijk is om ook ouders actiever bij de bovengenoemde
thema’s te betrekken nu kinderen aangeven dit graag met hun ouders te bespreken, door
bijvoorbeeld een ouderavond over deze thema’s? Zo ja, wordt dit nu voldoende gedaan?
Hoe bevordert u dit? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7
Zie het antwoord op vraag 2.