Vragen van de leden Amhaouch en Van Toorenburg (beiden CDA) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht «Kosten opruimen drugsafval Brabant in kaart gebracht» (ingezonden 11 maart 2016).

Vraag 1

Hebt u kennisgenomen van het bericht «Kosten opruimen drugsafval Brabant in kaart gebracht»?1

Vraag 2

Is het waar dat het aantal geregistreerde drugsafvaldumpingen in de provincie Noord-Brabant is gestegen van 54 in 2010 tot 196 in 2014? Wat is het aantal in 2015?

Vraag 3

Is het waar dat het aantal geregistreerde drugsafvaldumpingen in de provincie Limburg is gestegen van 59 in 2014 tot 105 in 2015?

Vraag 4

In welke gevallen zijn gemeenten verantwoordelijk voor het opruimen van gedumpt drugsafval?

Vraag 5

Waarom moeten gemeenten het afval opslaan in afwachting van de resultaten van tests?

Vraag 6

Welke kosten hebben Brabantse en Limburgse gemeenten in de jaren 2014 en 2015 gemaakt voor het opruimen van synthetisch drugsafval en het afval van wietkwekerijen?

Vraag 7

Deelt u de mening, dat het ongewenst is dat het opruimen van drugsafval wordt uitgesteld vanwege de hoge kosten?

Vraag 8

Welke maatregelen neemt u om de financiële consequenties van het dumpen van drugsafval voor gemeenten op te vangen?

Vraag 9

Hoe worden de middelen uit de tegemoetkoming van het Rijk op basis van de samenwerkingsovereenkomst van 3 december 2015 verdeeld? Op welke wijze kunnen gemeenten aanspraak maken op deze middelen?


X Noot
1

De Gelderlander, 8 maart 2016

Naar boven